met zijn oude verkooppraktijken door dan zou hij vervallen in een boete van honderd zilveren ducatons, te betalen ten behoeve van de gereformeerde diaconie-armen binnen de stad. Zo kwam het stadsbestuur Leendert Jonkhout Tilly wederom te hulp en bij besluit van 4 november 1749 werd hem nog eens het alleenrecht van fabricage en verkoop der 'Oprechte' Haarlemmerolie verzekerd. Met het aanbreken van de 'Franse Tijd' in 1795 braken moeilijke tijden voor de firma C. de Koning Tilly aan. Gil den verdwenen, vrije concurrentie kwam er voor in de plaats en aan plaatselijke gebruiken, octrooien en ordon nanties stoorden de mensen zich niet meer. 'Alles vrij', was het parool. Er werden nu vele fabriekjes opgericht, waar de Haarlemmerolie voortaan werd nagemaakt. Haarlemmero lie moet in de achttiende en negentiende eeuw dan ook een echte 'moneymaker' zijn geweest. Om de verkoop te sti muleren en de echtheid van hun namaaksel te suggereren voegden deze latere fabrikanten van Haarlemmerolie ach ter hun naam die van Tilly en drukten zij de etiketten van C. de Koning Tilly na. Zij allen beweerden in het bezit te zijn van het aloude en echte recept. De geschiedenis van de Haarlemmerolie wemelt dan ook van de processen, rechts zaken en veroordelingen. Het zeventiende-eeuwse mono polie was nimmer waterdicht, want praktisch tot op de dag van vandaag heeft de 'Oprechte' Haarlemmer Oliefabriek C. de Koning Tilly moeten vechten en procederen tegen nabootsers en beunhazen. l6) Een heel markant voorbeeld Briefhoofd van de 'Oprechte' Haarlemmeroliefabriek, de firma C. de Koning Tilly. (Gemeentearchief Haarlem, bedrijfsarchief van de firma Gebr. Waaning-Tilly) Bankier: Algemene Bank Nederland b. v. Haarlem, Rek. 560436505 Postrekening 89679 K.v.K. Haarlem nr. 3536 Uw kenmerk: Ons kenmerk: E£NI6 <LFaBHk^ FABRIKANTE VAN DE OPRECHTE HAARLEMMEROLIE SINDS 1696 GEVESTIGD IN HET HUIS VAN DE UITVINDER POST-BOX 13,2000 AA Telefoon023-360036 li1!HOLLAND Achterstraat 13-15-17, 2011CN 62

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 62