Willemina de Bel, 1744-1831,
moeder van Willem van den
Hull. Toen zijn moeder
gestorven was, liet Willem
door de schilder Johannes
Reekers (1790-1858) een
portret in olieverf maken, eerst
maakte de kunstenaar deze
schets, die Willem in zijn
autobiografie inplakte.
Haarlem afkomstig en van betrekkelijk eenvoudige komaf.
Willem senior had wel een school bezocht, en het lezen
goed, maar het schrijven gebrekkig en het rekenen slecht
geleerd. Hij moest van school om geld te verdienen, werd
eerst schaapherder, later landarbeider en in 1770 werd hij
tuinmansknecht. Via een vriend van zijn vader werd hij in
1773 onderbrievenbesteller in Haarlem. Willemina, doch
ter van een tegelschilder, die in Haarlem bij een houtkope-
rij was gaan werken, had voor haar huwelijk zelfstandig in
de Lange Margarethastraat gewoond, waar ze als thuis
werkster had gewerkt in de textielindustrie. Hiermee had ze
zo goed de kost kunnen winnen dat ze een aardig spaarcent
je verzameld had toen ze in 1774 trouwde met Van den
Huil senior. Het gezin Van den Huil kon, zeker zolang het
kindertal nog gering was, redelijk goed rondkomen. Vader
verdiende als onderbrievenbesteller bij het Amsterdamse
Veer vijf gulden per week bij open water en de helft als het
vroor en de trekschuiten en veren dus niet gingen. Buiten
dat ontving hij vijf of tien cent voor brieven en pakjes die
hij buiten Haarlem moest bezorgen. Ook ontving hij extra
geld voor post die op ongewone uren bezorgd moest wor
den. Tenslotte had hij recht op Nieuwjaarsgeld. Dat alles
leverde zo'n zes gulden per week op.
82