Het door zijn vrouw ingebrachte spaargeld had het moge lijk gemaakt een huisje in de Nauwe Appelaarsteeg te ko pen. In deze woning, bestaande uit een voorhuis, een ruime voorkamer en een kleine achterkamer, werd Willem junior geboren. Het gezin was dus zeker niet behoeftig, maar naarmate er meer kinderen kwamen, werd het budget krapper. En na de geboorte van Willem kwamen er nog vier kinderen. Hoe weinig reserves het gezin kon opbouwen, bleek wel toen de vader in 1785 overvallen werd door een ernstige ziekte. Men was toen afhankelijk van vrienden en familie. Uitein delijk werd het werk van brievenbesteller Van den Huil te zwaar en werd hij sleper, waarmee echter weinig te verdie nen bleek. Het schoolkind Als kind van ruim vier jaar werd Willem van den Huil door zijn moeder afgeleverd bij matres Jares, die slechts dan een beetje vriendelijk keek, als een kind wafeltjes bij haar kocht. Dit kinderbewaarschooltje had zelfs in de verste ver te niets te maken met de kleuterschool zoals wij die tot voor kort kenden. Er waren twee redenen om kleine kinderen naar een dergelijk schooltje te sturen. Allereerst had de moeder daardoor haar handen vrij voor de kleinere kinde ren en, wat minstens even belangrijk kon zijn, de eerste be ginselen van het lezen werden gegeven. Maar het niveau van het onderwijs bij matres Jares viel tegen. In plaats van de dertig haar toevertrouwde kinderen te leren spellen, liet zij hen de Twaalf Artikelen des Geloofs opdreunen. Toen moeder Van den Huil wilde weten of de kleine Willem de letters al kende, bleek hij niet verder gekomen te zijn dan de o. Meester Van der Veen moest uitkomst bieden. Hij was, voor dien tijd, een in zijn vak bekwaam onderwijzer. De re putatie van Van der Veen mocht dan goed zijn, het was vader en moeder Van den Huil waarschijnlijk niet bekend dat de meester zich vooral bezig hield met meisjes en jon gens uit de 'fatsoenlijke burgerstand', terwijl de allerjong sten werden overgelaten aan een ondermeester. Deze on dermeester deed pogingen Willem iets van het abc te leren, maar de beschikbare tijd was daarvoor te gering. Deze schoolervaring van Van den Hull was niet uniek. De kwali teit van het geboden onderwijs was niet alleen afhankelijk van de kundigheid van de meester of ondermeester, maar ook van de tijd die per leerling beschikbaar was. Klassikale lessen waren, zeker als het op lezen, schrijven en rekenen aankwam, namelijk onbekend. De meester overhoorde 83

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 83