vooral lesjes, maar had vaak geen tijd om aan elk kind apart nog eens iets uit te leggen. Ook het beschikbare materiaal was weinig uitnodigend. Kinderen leerden de eerste beginselen van het lezen uit de ABC-boekjes, om daarna over te gaan op de 'Trap der Jeugd', waarmee zij losse woordjes konden oefenen. Erg boeiend kan zo'n oefenboek niet geweest zijn, want een verhaal viel er niet in te ontdekken. Wie door de 'Trap der Jeugd' heen was, kon proberen of hij de 'Spreuken van Sa lomo' of de - geïllustreerde en dus iets interessantere - 'Historie van David' kon lezen. In de achttiende eeuw moest een gevorderde lezer verder oefenen met kranten vanwege de kleine letters en de moeilijke woorden.3) Omdat Van den Hulls ouders hadden gehoord dat meester Brakenburg minder leerlingen had wilden ze het met Wil lem daar proberen. Maar ook dat viel tegen. Meester Bra kenburg was misschien een aardige man, door Willem voor te zeggen als hij zijn lesjes moest opzeggen, maar veel leer de de jongen niet bij hem. Toch was Willem leergierig ge noeg. Versjes en liederen leerde hij met het grootste gemak uit zijn hoofd. Bovendien spaarde hij de twee duiten, die hij wekelijks van zijn moeder ter aanmoediging kreeg, op tot zes stuivers om er het Vaderlandsche a-b-c' van te kopen. De fraaie plaatjes zullen ongetwijfeld hebben bijgedragen tot de aantrekkelijkheid van dit boekje. Willems te geringe vorderingen en het feit dat het school geld niet meer opgebracht kon worden, noodzaakten vader Van den Huil ertoe toestemming te vragen zijn kinderen op een van de drie stadsscholen te plaatsen. In 1785, toen Wil lem zeven jaar was, bracht zijn moeder hem naar Stads school Letter b. Zoals ook in andere steden waren er ook in Haarlem stede lijke scholen voor hen die niet in staat waren onderwijs van een particuliere schoolmeester te bekostigen. Twee soorten leerlingen werden geacht gebruik te maken van deze scho len. In de eerste plaats de kinderen van de bedeelden, die zelfs gedreigd werden de bedeling kwijt te raken als hun kinderen niet naar school gingen. In de tweede plaats kon den kinderen van ouders die net genoeg verdienden om te leven, maar het schoolgeld niet konden opbrengen, na toe stemming op een stadsschool terecht. 4) Of kinderen erg veel leerden op zo'n school kan betwijfeld worden. Als ik mij tot Haarlem mag beperken, en in bijzonder tot Stads school Letter b, dan komt in ieder geval daar een beeld naar voren van veel te veel kinderen op veel te weinig onderwij zend personeel. Al was men het er wel over eens dat ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 84