Dit viel echter tegen en pas in september 1799 kon hij be
ginnen bij meester Schneither te Leiden, voor 150,-. Op
deze gecombineerde kost- en dagschool zaten ongeveer
veertig kinderen. Hoewel de inrichting in alle opzichten be
ter was dan Van den Huil bij Martin gewend was, beviel
hem een aantal zaken niet. Zo was het feit dat hij tegelijker
tijd met de kostschoolleerlingen naar bed moest hem een
doorn in het oog, omdat hij op deze wijze weinig gelegen
heid had mee te doen aan de prijsvraag van de Maatschap
pij tot Nut van 't Algemeen voor een aardrijkskundig
schoolboek. Maar wat voor hem absoluut de deur dicht
deed was het volgende incident. Toen hij op een dag ont
dekte dat er per ongeluk voor hem geen boterham was
klaargemaakt bij het ontbijt, verzocht hij de oudste dochter
van Schneither dit even in orde te maken. Deze liet dat kar
weitje over aan een morsige, aan geelzucht lijdende dienst
maagd. Van den Huil eiste dat de oudste dochter alsnog zijn
ontbijt zou klaarmaken. Uiteindelijk kwam meester
Schneither hem vertellen dat de samenwerking niet langer
beviel en dat hij in mei kon vertrekken. Ondanks zijn po
gingen lukte het hem niet meer een post als ondermeester te
bemachtigen.
De schoolmeester In 1800 nam Van den Huil het definitieve besluit zich als
zelfstandig huisonderwijzer in Haarlem te vestigen. Zijn
ouders, bij wie hij weer ging inwonen, zagen het zorgelijk
in, maar gelukkig kwam een vacature vrij voor de betrek
king van voorzanger en onderwijzer van de jeugd bij de
Waalse gemeente. Deze werkkring, die hem tweehonderd
gulden en vijftig ton turf opleverde, zou hem weinig plezier
brengen. Hij kreeg namelijk een hooglopend conflict met
de Waalse predikant Josué Teissèdre l'Ange over het feit
dat hij minder salaris kreeg dan waarop hij meende recht te
hebben. Hij beschouwde deze TAnge zelfs zozeer als ie
mand die hem het leven in Haarlem zuur trachtte te maken,
dat, hij om zich te verweren tegen de door l'Ange rondge
strooide Taster' uiteindelijk zou besluiten zijn autobiogra
fie te schrijven.
Naast deze vaste betrekking van voorzanger en onderwijzer
bij de Waalse kerk werd Van den Huil ook huisonderwij
zer. Hij kreeg toestemming Hoogduits, geschiedenis, aard
rijkskunde en natuurlijke historie te onderwijzen. Tot zijn
leerlingen behoorden kinderen van bekende Haarlemmers:
van de dichter Jan van Walré, de notaris Johannes Petrus
Kuenen en John Williams Hope, eigenaar van Welgelegen.
Om het aantal leerlingen en daarmee zijn verdiensten te
89