Frederikspark Kinderhuissingel, Pieter Kiesbrug de kosten van het gratis verstrekken van geneesmiddelen in de stadsapotheek op zich te nemen. Daar kwam in 1864 een einde aan toen het gasthuis de verstrekking van geneesmid delen weer in eigen hand nam. In 1894 kreeg de stads apotheek de beschikking over een eigen gebouw aan de Kampervest. Dat bleef als zodanig in gebruik tot 1926, toen de gemeente het gebouw voor andere doeleinden wilde in richten. De stadsapotheek werd toen aan het Klein Heilig land ondergebracht in een nieuw gebouwd deel van het Gasthuis. Later, in 1931, werd deze opnieuw verplaatst naar één van de zogenoemde nummerhuizen tegenover het Frans Halsmuseum en daarmee was de stadsapotheek na een aan tal omzwervingen weer op de oorspronkelijke plek terugge keerd. 1894 was een belangrijk jaar in de ontwikkeling van het Frederikspark. De ontwerptekeningen voor een nieuw te stichten Brongebouw werden in augustus ingediend door de Maatschappij tot exploitatie van Staalwaterbronnen. Het ontwerp werd geleverd door de Haarlemse architecten J.A.G. van der Steur en D.E.L. van den Arend. Voor de in richting van het omringende gebied werden plannen ge maakt door L.P. Zocher, als derde generatie Zocher die zich met dit park zou bezighouden. Aangezien het gebouw in het jaar daarop, in 1895, werd opgeleverd zal de geschiedenis van dit voor Haarlem zo belangrijke gebouw pas de vol gende keer aan bod komen. Op deze plaats is van betekenis dat in verband met de voorgenomen bouwactiviteiten stal houder J.J. van den Berg de huur van het centraal gelegen weiland de Koekamp werd opgezegd. Hij had dat vanaf 1863 van de gemeente gehuurd om er o.a. zijn paarden te laten grazen. Aan het gebruik van de Koekamp als weiland kwam in 1894 een definitief einde.33) Tijdens de tachtiger jaren ontwikkelden zich straten zoals de Duvenvoordestraat en de Pieter Kiesstraat. Gaandeweg wer den langs deze nieuwe straten woonhuizen gebouwd. Het gebied lag omsloten door de Zijlweg, Kinderhuissingel en Spoordijk en was redelijk geïsoleerd van de oude binnen stad. In november 1893 schreven 109 eigenaar-bewoners dat zij een betere verbinding wensten met de binnenstad. Tot die tijd konden bewoners vanuit dit nieuwe gedeelte het noordelijk deel van de stad, zoals de omgeving van het sta tion, alleen bereiken door over het spoorwegviaduct de Kinderhuissingel over te steken (de huidige Kenaubrug was er toen nog niet, die dateert pas uit 1940)- De Hollandsche 123

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1994 | | pagina 123