graven van Holland staat Haarlem hierin niet alleen. Onder
zoek naar het ontstaan van meer Zeeuwse en Hollandse
stadskeuren wijst in dezelfde richting van de stadsontwikke
ling als een verschijnsel met een eigen dynamiek, onafhan
kelijk van enig grafelijk beleid.
Een tweede punt dat het waard is te worden aangestipt, be
treft de rol van de Haarlemse stadskeur als document. Die
rol was een tweeledige, en dat komt tot uitdrukking in de
twee gedaanten die de keur van meet af aan heeft bezeten.
Het meest spectaculair is de gedaante waarin zij werd uitge
vaardigd, het charter (dat bij wijze van noodgreep de vorm
van twee oorkonden had meegekregen). Deze uitvaardiging,
bekrachtigd als zij was door de grafelijke bezegeling, beli
chaamde de enige 'echte' keur. Zij vormde, formeel gezien,
voor de Haarlemmers het enige middel waarmee zij het be
wijs van hun stedelijke status konden leveren. Leggen wij de
nadruk minder op het formeel-juridische en meer op het
gevoelsaspect, dan was het charter een belangrijk teken van
die status. In beide opzichten, als bewijsmiddel en als teken
van de stedelijke autonomie, was het een kostbaar kleinood
en het werd dan ook, zoals alom gebruikelijk, veilig opge
borgen. Men haalde het alleen bij belangrijke gebeurtenis
sen te voorschijn. Eén zo'n gebeurtenis, nog wel een hoogst
dramatische, kennen wij. In 1492 verklaarde de stadhouder
de Haarlemmers wegens hun betrokkenheid bij de Kaas- en
Broodopstand, van hun stedelijke voorrechten vervallen.
Ten teken daarvan moest de stad een groot aantal privileges
uit haar archief afstaan, waaronder het charter in twee stuk
ken waar de stadskeur in was vervat. Eerst jaren later kreeg
zij het onder bezwarende voorwaarden terug.
In de praktijk van rechtspraak en bestuur bediende de magi
straat zich, en ook dat was gebruikelijk, niet van het charter
maar van een tekst in een met dat doel ingericht stedelijk
privilege- en keurboek. De Haarlemmers hoefden daartoe de
tekst van de keur echter niet meer af te schrijven. Zij bezaten
immers naast het charter al een optekening die aan de vereis
ten voldeed, te weten het kladontwerp. Men bespaarde zich
dan ook de waarlijk niet geringe moeite van het kopiëren
van het charter. Het kladontwerp werd het eerste Haarlemse
privilegeboek, en de stadskeur was daarin de eerste tekst.
Bijna alle afschriften van de keur die men in de loop der tijd
vervaardigde, zoals die welke de burgers van Delft en van
Alkmaar korte tijd later als voorbeeld voor hun stadskeuren
gebruikten en die waarover 'Den Haag' bij verschillende
gelegenheden in de veertiende eeuw en later wenste te be
schikken. zijn van het kladontwerp, en niet van het charter,
15