gen ertoe heeft geleid dat de tekst uiteindelijk verdeeld over
twee oorkonden werd uitgevaardigd.6) Camps heeft in 1948
aannemelijk gemaakt dat het Bosse voorbeeld niet het origi
nele voor die stad bestemde charter is geweest doch een
tekst uit een stadsboek, zij het dat Camps' zienswijze dat die
tekst een vormloze optekening of een verzameling van zulke
optekeningen zou zijn geweest en geen oorkondetekst,7) in
1952 is gecorrigeerd door E.M. Meijers.81 Hoe de afhanke
lijkheid van de keuren van Delft en Alkmaar ten opzichte
van die van Haarlem precies dient te worden omschreven,
is lange tijd onduidelijk geweest. De keuren van Delft en
Alkmaar vertonen immers naast tal van kenmerken die op
die afhankelijkheid wijzen, ook kenmerken die die afhanke
lijkheid lijken te wraken. In het streven die tegenstrijdig
heid op te heffen formuleerden P.A. Meilink 91 in 1944 en
Campsl0) in 1948 het vermoeden dat de drie keuren op eni
gerlei wijze van een gemeenschappelijk ontwerp zijn afge
leid. Het overeenkomstige in de drie keuren zou aan dat ont
werp zijn ontleend, het onderling afwijkende zou naderhand
zijn ontstaan. In 1985 was ik in de gelegenheid de juistheid
van dat vermoeden aan te tonen. 111 Het ontwerp van de
Haarlemse keur is ons namelijk overgeleverd, zij het niet in
zijn oorspronkelijke staat doch in de vorm van afschriften.
Die afschriften geven de tekst als één doorlopend stuk weer.
Vergelijking van die tekst in één stuk met de Bosse teksten
enerzijds en met de Haarlemse uitvaardiging in twee stuk
ken anderzijds, maakt het mogelijk de gedaante van het ont
werp met zijn Haarlemse toevoegingen vrij gedetailleerd te
beschrijven. Binnen het ontwerp laten zich twee opeenvol
gende stadia van ontstaan onderscheiden. In de keur zoals
die uit de Bosse bestanddelen en de daar aan toegevoegde
nieuwe bepalingen was samengesteld, werden in tweede ter
mijn tal van kleine, voornamelijk formele wijzigingen aan
gebracht. Het netschrift volgt meestal deze tweede redactie.
De latere kopiisten van het ontwerp en de vervaardigers van
de vertalingen gingen op uiteenlopende wijzen te werk.
Sommigen beschouwden de in de tekst aangebrachte wijzi
gingen als vrijblijvend en hielden zich voornamelijk aan de
aanvankelijke redactie, anderen daarentegen geven juist de
gewijzigde redactie weer.
De rol van magister Daniel bij de totstandkoming van de
Haarlemse keur is voor het eerst door Meilink aan de orde
gesteld, ,2) en vervolgens uitgewerkt door Camps, die ook
het netschrift van de twee stukken aan die ambtenaar toe
schreef en talrijke biografische gegevens over hem bijeen
bracht. 13) Ik volg Camps hier slechts ten dele, op grond van
18