tyden is gedaan. Nieuwe eigenaar werd toen Dirk Koelink
en er werd voor het eerst gesproken van een winkelhuijs. In
1791, 1812, 1818 en 1824 wisselde het huis van eigenaar,
totdat Willem ten Boom in 1827 bezitter werd. Hij was van
beroep tuinman en verhuurde het achtereenvolgens aan twee
gezinnen, respectievelijk een met vier en een met vijf kinde
ren. In 1839 werd het bewoond door een naamgenoot van de
zeventiende-eeuwse schilder Vincent van der Vinne samen
met een ongehuwde dienstbode van 24 jaar. Deze Vincent
vond zijn bestaan in het kweken van onder andere tulpen en
hyacinten. Van 1817 tot 1823 was hij werkzaam bij de bloe
mist Hendrik van Eeden. Daarna werkte hij zelfstandig als
kweker, maar bleef nog wel jaarlijks Van Eeden helpen in de
praktijk. Hij behaalde verschillende gouden en zilveren me
dailles voor het kweken van tulpen en hyacinten op tentoon
stellingen. In 1863 trok hij zich terug uit de bollenteelt. Het
huis was inmiddels, na het overlijden van Willem ten Boom
en zijn vrouw Kaatje Angel, nagelaten aan hun vijf kinde
ren; Willem, van beroep horlogemaker en woonachtig in de
Barteljorisstraat (nog altijd is daar op nr. 19 de horloge
winkel Ten Boom te vinden, waar in de Tweede Wereldoor
log vele onderduikers gehuisvest werden), Kaatje, Cornelia,
Jan en Aaltje. Aaltje woonde al sinds 1849 in het huis samen
met haar man Willem Frederik Smits, die, hoe kan het in dit
huis ook anders, broodbakker van beroep was. Zij woonden
er met een groot gezin en inwonende familieleden en wer
den in 1852 volledige eigenaar van het winkelhuis. Zij ver
bleven er tot 1859 en verhuisden toen naar Bloemendaal,
waar ze in de Voorbuurt, thans Bloemendaalseweg, hun ne
ring voortzetten in de beroemd geworden bakkerij 'De
Trompetter', een bedrijfsnaam die het in totaal 315 jaar zou
uithouden. Voor hun vertrek, in 1859, verkochten zij het
winkelhuis aan de Gierstraat met de vaste en losse bakkers
gereedschappen aan Petrus Johannes van Geelen, ook weer
broodbakker van beroep. Met hem ging het financieel een
stuk minder dan zijn voorgangers. Hij bleef namelijk in
gebreke tegenover zijn schuldeisers, waardoor het huis uit
eindelijk in 1862 openbaar geveild en verkocht werd in de
'Gouden Leeuw' in de Zijlstraat. Nieuwe eigenaar werden
J.E. van den Arend en zijn vrouw, D.J.M. van Beusekom.
Van den Arend is een bekende in Haarlem. Hij was van 1852
tot t 880 in dienst van de stad als opzichter over de stedelijke
werken en gebouwen. Het slopen van de middeleeuwse
stadsommuring, het dempen van een aantal grachten, een
aantal uitbreidingsplannen en veel ontwerpen voor gebou
wen in de stad staan op zijn naam. Het moet Van den Arend
203