Monumentenzorg Een van de belangrijkste doelstellingen van de Vereniging
Haerlem is de zorg voor en het behoud van Haarlems cultu
reel erfgoed in het algemeen en Haarlemse monumenten in
het bijzonder. Voortdurende alertheid is hier geboden. De
belangrijkste onderwerpen, waarop de Vereniging Haerlem
actie heeft ondernomen zijn het Enschedé-complex en de
Schouwburg Wilsonsplein.
De laatste jaren heeft het bestuur zich regelmatig laten horen
over het Enschedé-complex. Na in 1993 reeds tweemaal
onze bezwaren tegen de Enschedé-plannen te hebben uit
eengezet, hebben wij ons bij brief van 16 januari 1994 tot
een drietal raadscommissies gewend.
Eind 1994 werd het ontwerp-bestemmingsplan Appelaar ter
inzage gelegd. Omdat wij moesten constateren dat sedert
onze brief van 16 september 1993 vrijwel geen inhoudelijke
wijziging van enig belang op het plan was aangebracht,
heeft het bestuur van de Vereniging Haerlem bij brief van 21
december 1994 aan b w een inspraakreactie gezonden,
waarin onze bezwaren zijn samengevat. Deze richten zich
op de volgende punten:
- grootschaligheid en omvang van de bouwmassa's
- hoogten en volumes van de bouwmassa's
- de plaats van de geplande entree van de parkeergarage
- de luchtbrug over de Damstraat
- de opening in de noordwand van de Damstraat
- het vrijwel vervallen van de Nauwe Appelaarsteeg
- de wijze waarop wij zijn geïnformeerd, de wijze waarop
wij hebben kunnen inspreken en de wijze waarop met
onze eerdere reacties is omgegaan.
Het bestuur van de Vereniging Haerlem blijft in deze zaak
alert.
Ook voor het behoud van de Schouwburg aan het Wilsons
plein ijvert onze Vereniging al enkele jaren. Na uitgebreide
studie en discussie maakte onze Vereniging bij brief van 22
juli 1993 haar standpunt aan het college van burgemeester
en wethouders kenbaar. Wij citeren uit dit stuk. De Vereni
ging Haerlem is na ampele overweging en discussie tot de
conclusie gekomen dat het gebouw aan het Wilsonsplein
niet gesloopt dient te worden, maar juist zorg, bescherming
en aandacht verdient. Ons standpunt baseren wij op gron
den van architectonische, cultuur-historische en stedebouw-
kundige aard. Uiteraard realiseren wij ons dat het gebouw,
indien het gebruik als schouwburg zou komen te vervallen,
een zinnige bestemming moet krijgen. Wij menen dat er vol
doende mogelijkheden zijn, om hier tot een goede oplossing
te komen, die uit exploitatief oogpunt als aanvaardbaar te
224