a.e.c. LiNDiJER Historische Werkgroep 'Haerlem' 1994, een jaar in de luwte van eerdere successen. Dat neemt niet weg dat er toch een stevige basis werd gelegd voor de komende jaren. Onze gelederen groeiden aan. Twee nieuwe enthousiaste leden, Ben Pel en Henk Becker, brachten het project Vijfhoek in een stroomversnelling. Veel materiaal werd door hen voor het toekomstig boek en de tentoonstel ling aangedragen. In de loop van het jaar konden wij nog twee nieuwe leden verwelkomen: Bob Keuning en Loes Bertholée, die hun medewerking aan diverse projecten heb ben toegezegd. Veel tijd en aandacht ging dit jaar op aan het Vijfhoek-pro ject. Op de jaarvergadering (3 oktober) van de Wijkraad 'Vijfhoek, Raaks, Doelen' gaven Ben Speet en Ben Pel een kort voorproefje van de publikatie in voorbereiding: de vroege stadsontwikkeling en de textielnijverheid van de buurt, maar ook de armoede, de kleine bedrijfjes, de mid denstand en het zo karakteristieke buurtleven kwamen aan de orde. Zowel Vijfhoekers als andere Haarlemmers konden al voor de aanvang van de jaarvergadering genieten van een kleine fototentoonstelling over de Vijfhoek, die nog enige dagen in de Nieuwe Kerk te bezichtigen bleef. De grote ten toonstelling over de Vijfhoek is in voorbereiding en wordt in 1995 in het Architectuur Bouwhistorisch Centrum gereali seerd. Wat betreft de overige projecten werd er gestaag verder ge werkt. Verheugend is dat de transcriptie van de thesauriers rekeningen van de stad Haarlem over de jaren 1417 tot en met 1426 grotendeels gereed is. Henri Spijkerman is coördi nator van dit paleografieproject. Voor een uitgave moeten nog een register en een inleiding gemaakt worden, hetgeen in Haarlems jubileumjaar wellicht vastere vormen gaat aan nemen. Het uitspitten van de geschiedenis van woning bouwverenigingen heeft als project ook de nodige impulsen gekregen van enkele hardwerkende werkgroepleden. Het re sultaat van dit onderzoek zal nog even op zich laten wach ten. 231

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1994 | | pagina 231