van informatie voor zijn medeburgers was voor hem de ba
sis van zijn levensfilosofie: openbaarheid schept mondig
heid, mondigheid versterkt de democratie en democratie is
voorwaarde voor rechtvaardigheid. Zo achter elkaar ge
plaatst zijn het wel erg zware begrippen. Joop speelde er met
een romantische rechtlijnigheid mee. Dat lijkt onverenig
bare onzin: spel, romantiek, rechtzinnigheid. Ik hoop hierna
aan te tonen dat Joop Bartman deze begrippen in evenwicht
bracht.
Mademoiselle Morard, Zwitserse, legendarisch docente
Frans aan het Flaarlemse Christelijk Lyceum (ecl), maakte
Joop tot Francofiel. Op zijn 15e jaar kreeg hij bovendien
vier ingebonden delen van het tijdschrift FUlustration Fran-
£aise uit 1870-1871 in handen met fascinerende gravures
over de Commune. Zij bleven zijn boekenkast sieren tot ze
vijf jaar geleden naar het Persmuseum verhuisden. In 1938,
vers van school, reisde Joop naar Parijs, ging in pension bij
een familielid van de schrijver George Duhamel en liep
stage bij het weekblad Les Nouvelles Litteraires. Zijn doch
ter heet Marianne Geneviève, in zijn zoon Victor is de geal
lieerde overwinning herdacht; Francofiel tot in het nage
slacht.
Maar er dreigde oorlog en Joop reisde terug naar het ouder
lijk huis in het Haarlemse Engelszstraat en werd volontair
bij de uitgeverij Mees in Santpoort, a 5 per maand. In zijn
vrije uren sloot hij zich aan bij de vo.10, de Vrijzinnig Demo
cratische Jongeren Organisatie, waarvan Daaf Geluk de lei
ding had. Het leidde tot levenslange vriendschappen: hij
ontmoette er Ali Kornmann die de moeder van zijn kinderen
werd. En tot het eind van zijn leven onderhield hij zijn
vriendschap met zijn partijgenoot en oud-wethouder Geluk,
aan wie hij het boekje 'Mijn hobby heet Haarlem' wijdde.
In de vdjo, die in de oorlog illegaal met huiskamerbijeen
komsten overeind bleef, vond Joop de politieke vertaling
van zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Dat ontlaadde zich
ook op een fatale treinreis Haarlem-Den Haag in 1942 toen
twee ss-ers hardhandig een passagier als jodin herkenden.
Joop kwam voor de vrouw op, het werd een rel, die voor
hem uitliep in arrestatie en een gevangenisstraf van een jaar,
te ondergaan in het Roergebied. Eind 1943 kwam hij vrij,
maar werd voor alle zekerheid administratief 'verduisterd'.
Ali werkte bij de ptt in Den Haag, Joop kon zijn werk in de
Haagse boekhandel Dijkhoffz hervatten. Zij trouwden en
woonden in Rijswijk waar in mei 1945 de bevrijding de toe
komst heropende.
Klasgenoot van het ecl, mr. Wiebe Glasstra, die zich verha-