Oudste grootzegel van Haar
lem, in gebruik vanaf tenmin
ste 1299 tot tenminste 1345.
Afdruk van een kopie-zegel
stempel, gemaakt naar het
gaafste origineel in Dordrecht.
(Gemeentearchief Haarlem,
topografisch historische atlas)
beelden. Voor een snelle identificatie verwijs ik zoveel mo
gelijk naar Van der Steur, Harlemia illustrata.3)
Een vroeg zegel van Haarlem uit 12994) vertoont een gedekt
en gesloten gebouw met drie torens binnen een door kante
len aangeduide muur, aan weerszijden vergezeld van een
boom. Onderzoek naar stedelijke zegels heeft uitgewezen,
dat de aanvankelijke indruk van pure fantasie soms moet
worden bijgesteld al dient evenmin steeds te worden ge
dacht aan een realistische en gedetailleerde afbeelding van
een oorspronkelijk gebouw. Het afgebeelde gebouw, meest
al voor een poortgebouw aangezien, is door Robert geïdenti
ficeerd als de grafelijke zaal, welke door de stadsbranden
van 1347 en 1351 verloren zal zijn gegaan. 5) Al beant
woordt de afbeelding van een enkel bouwwerk in de stad
niet aan onze definitie van een prospect, het belangrijke
bouwwerk zal zeker ook van grotere afstand herkenbaar zijn
geweest in een tijd, dat er nauwelijks andere verticale ele
menten domineerden. Daarom behoort een prent van Philips
Galle naar Maarten van Heemskerck uit 1564 in dit over
zicht niet meer thuis, daar slechts het stadhuis is afgebeeld
en Haarlem inmiddels door talrijke verticale elementen
werd gekenmerkt (Van der Steur 1).6)
Voor de kennis van de steden in onze gewesten in de late
middeleeuwen zijn de manuscript-plattegronden van Jacob
van Deventer van onschatbare waarde. Voor het stedelijk
silhouet is het van belang, dat Van Deventer belangrijke ge
bouwen in projectie tekende. Hierdoor wordt op een plat
vlak, de plattegrond, een gebouw zichtbaar alsof het vanuit
de hoogte wordt beschouwd. Een dergelijk blad kennen wij
ook van Haarlem, als minuut en als netkaart uit het derde
kwart van de zestiende eeuw, waarbij de stad vanuit het zui
den is gezien. 7) De Grote of Sint-Bavokerk met de kruis-
toren, kleinere kerken, kapellen, kloosters, het stadhuis,
poorten, muurtorens en molens en niet weergegeven trap-
torens van woonhuizen zullen het silhouet van Haarlem in
deze periode reeds uitermate levendig hebben gemaakt. De
plattegrond van Jacob van Deventer laat zich ook in dat op
zicht goed lezen. Tot in de achttiende eeuw komen wij deze
projectie op gedrukte plattegronden van Haarlem nog steeds
tegen, te beginnen bij de plattegrond van Haarlem vanuit het
noorden door G. Braun in diens Civitates orbis terrarum in
1575 uitgegeven, bij de plattegrond van Johannes van
Deutecum naar Thomas Thomasz. uit 1578 vanuit het zui
den, de plattegrond van Willem Akersloot naar Pieter
Saenredam vanuit het zuiden, in 1628 verschenen in het
hierna te noemen werk van Ampzing, en de plattegrond naar
25