geen gezien wordt en bedoeld om door druk te verspreiden. Daaraan ontlenen wij een goed inzicht in de inrichting van de Zeven Provinciën. Talrijke gezichten in steden en dorpen stammen uit deze tijd, en ook fraaie prospecten. In de Hedendaagsche Historie of Tegenwoordige Staat der Ver- eenigde Nederlandendeel vin, verschenen in 1750, komt een prospect van Haarlem voor, gezien van Overveen, ge graveerd door Jan Caspar Philips naar een tekening van Jan de Beyer (1746) (Van der Steur 414). In dit genre hoort ook een ander prospect thuis, dat is verschenen in de door de Haarlemmers Hendrik Spilman en Cornelis van Noorde ge maakte serie Aangenaame gezichten in de vermakelijke landsdouwen van Haarlem1761-1763 van de hand van Cornelis van Noorde en getiteld 'Gezigt van de Blinkert op de stad Haarlem' (Van der Steur 522). Er zijn meer voor beelden te geven van gezichten op de stad of delen ervan, zoals de gravure van Hendrik Spilman in hetzelfde werk, waarop de stad vanaf de Oude Kolk is te zien (Van der Steur 570). Van Cornelis van Noorde is een tekening uit 1763 be kend, welke het Noorder Buiten Spaame bij Schooteroog weergeeft met Haarlem in het verschiet. '9) Nog een ander voorbeeld en vanwege de woonplaats Haarlem van de kun stenaar Johannes Swertner van belang is een ets uit 1763, afkomstig uit een serie van zes, waarop Haarlem vanaf de Amsterdamse vaart is weergegeven (Van der Steur 638). In de tweede helft van de achttiende eeuw was de optica- prent buitengewoon populair, daar de prenten, bedoeld voor projectie, in grote oplagen werden verspreid. Ook gezichten op Haarlem komen eronder voor (Van der Steur 656 en 657)- De belangstelling voor de topografische tekening en prent neemt aan het einde van de achttiende eeuw af, hetgeen is af te leiden uit de kleinere oplagen, daar het bestedingspatroon door de omstandigheden anders zal zijn geworden. Een laat ste en door zijn presentatie originele vorm werd gevonden in het werk van L. van Ollefen en R. Bakker De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver, 1793-1801, waarin een gezicht op Haarlem voorkomt van de hand van Anna Brouwer (Van der Steur 706). Andere voorbeelden moeten hier achterwege blijven om de lezer niet te zeer met een dorre opgave te ver moeien. Een veranderde belangstelling van het publiek alsmede de introductie van nieuwe technieken zoals de lithografie en de houtgravure deden de productie van topografische prenten toenemen. Een goed voorbeeld is de serie Gezigten in de omstreken van Haarlem naar de natuur geteekend en op 30

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1994 | | pagina 30