7. Gezicht vanaf het
Haarlemmermeer op het Zui-
der Buitenspaarne. Links het
Huis Heemstede, rechts tegen
de horizon de Grote- of St.
Bavokerk van Haarlem.
Grijs gewassen tekening van
Cornelis van Noorde.
(Gemeentearchief Haarlem,
topografisch historische atlas)
8. 't huys te Heemstede, om
streeks 1730. Grijs gewassen
tekening van Gijsbert Boom
kamp. (Gemeentearchief Alk
maar)
zwaartepunt van de voorstelling, blijkens het onderschrift,
op het oude slot (afb. 8). De uitbeelding, hoe primitief in ar
tistiek opzicht ook, vertoont in topografisch opzicht duide
lijke overeenkomsten met de eerder genoemde tekening van
Roghman (afb. 4). De St. Bavokerk op de achtergrond is
sterk in het verkort weergegeven en vertoont een niet be
staande spits toelopende dakruiter.
Het vierde gezicht vanaf de oostkant van het Zuider
Buitenspaarne betreft een geëtst titelblad, behorend tot een
serie topografische prenten getiteld 'Kennermerlandsche
gezichten' (afb. 9). De etsen zijn door een anonieme 18e-
eeuwse kunstenaar, waarschijnlijk Hendrik Spilman (1721-
1784), vervaardigd. Op een sterk verweerd monument staan
de woorden Kennemer/landsche/gezichten. Het onderschrift
luidt: De Mond van 't Sparen 1739. Links van het monu
ment bevindt zich een hoge stenen lichttoren op de grens van
het Zuider Buitenspaarne en Haarlemmermeer en rechts is
het Huis Heemstede met zijn karakteristieke ranke torens
boven het geboomte zichtbaar. 51 Bij nadere beschouwing
blijkt het oude slot op deze ets evenals op die van Potter niet
topografisch correct te zijn weergegeven. Zo hebben beide
kunstenaars het driehoekige gedeelte van de oostwand, be
horend tot het voorgebouw, om compositorische reden weg
gelaten en de oostvleugel naar rechts doorgetrokken en met
een trapgevel afgewerkt. Ook laat Potter een vierkante in
plaats van een achtkante toren uit het dak omhoog komen.
Ondanks de hierboven genoemde afwijkingen in de weer
gave van het Huis Heemstede en het overdreven perspectief
in de afstand tot de stad Haarlem, mag aan de hand van het
getoonde vergelijkingsmateriaal worden geconcludeerd dat
het Zuider Buitenspaarne en belendende omgeving naar alle
waarschijnlijkheid voor Potters ets model hebben gestaan.
Mogelijk is er een verband met het ontstaan van dit
Spaarnegezicht en zijn verhuizing (met de trekschuit?) in
1651 van Den Haag naar zijn vroegere woonplaats Amster
dam. 6)
In Potters oeuvre staat de hier besproken ets, wat betreft de
topografische aspecten, niet op zichzelf. Integendeel, het
terloops in de aanvang ter sprake gebrachte veestuk 'De
stier' vertoont op de achtergrond eveneens topografische
elementen, zoals het dorp Rijswijk en het Huis Binckhorst.7)
Eerder is opgemerkt dat op drie van de vijf etsen uit Potters
paarden-serie realistische Hollandse kerkdorpen op de ach
tergrond zijn afgebeeld. Gezien de topografische aspecten
van de hierboven behandelde prent moet lokalisering van
deze dorpen vooralsnog niet worden uitgesloten.
41