Een goed beeld van dat alles krijgt men uit de Haarlemse vroedschap van het midden van de jaren tachtig (tabel i). De in anciënniteit oudste vijf leden waren nog door stadhouder Willem iv aangewezen, toen deze in het roerige jaar 1748 met machtiging van de Staten van Holland een nieuwe vroedschap had benoemd. Vier van die vijf had hij toen ge kozen uit de Haarlemse regentencoterie. Ook van de overige vroedschapsleden hadden velen hun zetel van vader, schoonvader of oom 'geërfd' dan wel aan een wat meer ver wijderde familieband te danken. Tot de categorie schoon zoons behoorden bij voorbeeld Jan Teding van Berkhout en Jan Herman de Lange. Eerstgenoemde, een Delftse regen- tenzoon, was gehuwd met de vroedschapsdochter Elisabeth van Sypesteyn. Haar zuster Petronella was de echtgenote van de uit het Goudse patriciaat afkomstige De Lange. Ook van Jan Theodoor Koek kan men aannemen dat hij zijn vroedschapsplaats te danken had aan het feit dat zijn schoonvader, mr. Jacob Busantius de Hochepied, van 1723 tot 1736 deel van Haarlems vroedschap had uitgemaakt. Minder nauw waren de familiebetrekkingen met de Haar lemmers van Abraham Catharinus van Gelé Twent. Deze Rotterdamse schepenzoon was in 1769 gehuwd met Jacoba Judith van Wesele, die van moederszijde uit het Haarlemse patriciaat stamde. 6) Bovendien was hij een aangetrouwde neef van de vroedschappen Elbert Testart en diens zoon Pieter.7) Soortgelijk waren de Haarlemse familierelaties van Johan Arnout Gallas. Zijn vader Arnoud was kolonel van de gardes geweest; zijn moeder was een Van Hogendorp. Zijn oudoom Willem Johan van Hogendorp had van 1754 tot 1773 deel uitgemaakt van de Haarlemse vroedschap; zijn oom Johan Fran£ois van Hogendorp was vroedschap in Rot terdam en een bekend oranje-aanhanger, terwijl de bekende en om zijn oranjegezindheid befaamde Gijsbert Karei uit die familie een verre neef was.8) Van nog vager aard waren de familiebanden die Jean Gijsberto Decker aan Haarlem bon den. Hij behoorde tot een Goudse regentenfamilie en zal zijn plaats in de vroedschap te danken hebben gehad aan het feit dat zijn moeder, Anna Helena de Mey, een tante was van de vrouw van de vroedschap Jan Diederik Pauw geboren Hoeufft. Overigens speelde Decker al vóór zijn vroed schapsbenoeming een rol in de society van de Spaarnestad: directeur van de Hollandsche Maatschappij, lid van het St. Jacobsgilde, lid van Teylers Tweede Genootschap.9) Een aantal niet in Haarlem geboren vroedschappen had geen enkele familierelatie met de Haarlemse regentenkring. Som migen van hen stamden uit regentenfamilies in andere Hol-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1994 | | pagina 54