betekent echter niet dat zij ook in haar geheel patriots en
enigszins democratisch was: de zittende regenten liepen im
mers geen enkel risico, omdat hun benoeming er een voor
het leven was en dat ook bleef. Hoe de verhoudingen in wer
kelijkheid lagen wordt enigszins duidelijk uit het feit dat de
orangist Vermeulen slechts acht van de 32 vroedschappen
'betrouwbaar' achtte;23) een ten aanzien van de oranjepartij
zo optimistisch mogelijke schatting komt niet verder dan
twaalf of dertien.24)
Voordat de nieuwe regeling voor de benoemingen van
kracht kon worden, was goedkeuring door de Staten van
Holland noodzakelijk. Deze werd op 31 augustus verleend.
Op 5 september volgde de plechtige invoering. Er werd op
de Grote Markt een soort vrijheidstempeltje opgericht. Het
was ontworpen door de architect L. Viervant, dezelfde die in
1780 het oudste gedeelte van Teylers Museum had ge
bouwd. Bij dat tempeltje legden 28 van de 32 vroedschap
pen de eed op het nieuwe reglement af. Vier waren afwezig:
Decker en Vermeulen omdat zij de eed niet wensten af te
leggen - zij bleven voorlopig weg uit de vroedschapsverga
deringen - en verder Libregt Jacob Hooreman en Willen
Anne Lestevenon. Beiden waren niet in de stad. Hooreman
zou zes dagen later ontslag uit de vroedschap nemen, omdat
hij zich buiten Haarlem vestigde. Lestevenon was in Brussel
en schreef van daaruit dat hij bij terugkeer graag de eed zou
afleggen.
Twee dagen na die vijfde september hadden de verkiezingen
plaats, waarbij 881 stemmen werden uitgebracht. Erg groot
lijkt dit aantal niet; het krijgt echter relief wanneer men het
vergelijkt met het aantal handtekeningen onder een oranje
gezind rekest uit februari 1788: ruim 200. Eigenlijk zijn
beide getallen zo laag, dat men zich afvraagt wie aan de
stemming van 7 september hebben deelgenomen en waar de
ondertekenaars van het rekest uit februari 1788 vandaan
kwamen. Is hier al sprake van de politieke desinteresse on
der het overgrote deel van Haarlems bevolking die men heel
de negentiende eeuw door zou constateren? In ieder geval
maken deze getallen duidelijk, dat in de Spaarnestad een
sterke patriotse gezindheid bestond.
Nog op de dag van de verkiezingen hadden de nominatie en
electie van burgemeesteren en schepenen plaats. Het was
echter voor de patriotten een Pyrrhus-overwinning: zij werd
behaald toen de nederlaag al in zicht was. Landelijk gezien
hadden de ontwikkelingen immers tijdens de maanden dat
het reglement op de benoemingen tot stand kwam, niet stil
gestaan. In Holland was de partijstrijd zo hoog opgelopen,
59