en Haarlem, maar reeds op 21 september zag men in de stad
weer oranje dragen en twee dagen later wapperde de
de Prinsenvlag opnieuw van de toren van de Grote Kerk. Dit
ot tijdsverschil van ruim anderhalve week demonstreert hoe
an zwak het stadsbestuur zijn positie achtte, nu de Pruisen in
en aantocht waren, de stadhouder in zijn functies was hersteld
en en het lagere volk - vanouds oranjegezind - zich roerde. Het
n j enige machtsmiddel waarover de vroedschap beschikte, de
te. schutterij, was in verval en bovendien in een situatie als deze
[et niet betrouwbaar.25)
n_ Nu Willem v in zijn macht hersteld was, kon de afrekening
ns met de patriotten beginnen. Dat het menens zou worden
u| bleek al toen de Staten van Holland begin oktober hun goed-
ld keuring aan het nieuwe Haarlemse regeringsreglement her
riepen. Een zestal vroedschappen besloot daarop de eer aan
zich te houden en trad af (tabel 1). Kort daarop werd mr.
m Daniel Jacobus Canter Camerling voor altoos geremoveerd
its uit de vroedschap, omdat hij betrokken was geweest bij de
,r. aanhouding van prinses Wilhelmina. De pensionarissen mr.
s- Adriaan van Zeebergh en mr. Pieter van de Kasteele trof een
j_ soortgelijk lot. Zij werden opgevolgd door de Schiedamse
3e pensionaris mr. Willem Jager - op zich een merkwaardige
Je benoeming als men bedenkt dat deze vijf jaar eerder het
[d woord had gevoerd namens een delegatie van Schiedam om
aan Willem v mee te delen dat de brandersstad geen prijs
Je meer stelde op zijn aanbevelingen bij diverse benoemin-
gen;261 had Jager tijdig zijn draai genomen?
i- Een meer systematische zuivering werd mogelijk toen de
in Staten van Holland op 31 oktober 1787 de stadhouder
J- machtigden om in de steden 'de wet te verzetten', dat wil
ft zeggen de vroedschap te ontslaan en een nieuwe te benoe-
;n men. In Haarlem gebeurde dit op 18 februari 1788. Tevoren
waren commissarissen van de Prins in de stad geweest om
ik de situatie te beoordelen en ook had Willem v veel informa-
k tie ontvangen van zijn aanhangers Decker en Vermeulen.
le Bij de wetsverzetting werden slechts twaalf leden van de
r- oude vroedschap herbenoemd (tabel 1); de overige twintig
waren nieuwelingen. Hoe patriots de bovenlaag van Haar
lems bevolking was blijkt wel uit het feit dat nu bijna de
helft van de vroedschap tegen alle voorschriften in afkom-
n stig was van buiten de stad. Een dergelijk gegeven krijgt nog
I- meer reliëf wanneer men bedenkt dat het in Leiden, net als
n Haarlem een stad met een in verval verkerende nijverheid,
e wel mogelijk bleek de vroedschap met eigen burgers te be-
,r mannen. 27) In Haarlem was de oranjepartij blijkbaar zo
n zwak dat zij niet in staat was voldoende geschikte figuren te
61