jaap kruisheer De totstandkoming van de Haarlemse
stadskeur van 1245
Wat gebeurde er precies in Haarlem op donderdag 23 no
vember 1245, de dag waarop graaf Willem 11 van Holland de
burgers aldaar bij oorkonde een stadskeur verleende? "Wat
ging er aan die gebeurtenis vooraf, wat waren de gevolgen
ervan, en welke betekenis moeten wij aan een en ander toe
kennen? Wij zijn niet de eersten die deze vragen formuleren
en ze trachten te beantwoorden. Ons verhaal over de tot
standkoming van de Haarlemse stadskeur - men spreekt ook
wel van stadsrecht, maar dat is een minder nauwkeurige
term - zal dan ook mede iets weergeven van de uiteenlo
pende en soms met elkaar botsende zienswijzen van de op
eenvolgende onderzoekers die zich nu al bijna een eeuw met
dit onderwerp bezig houden.
Het voor de Haarlemmers best zichtbare van wat zich die
dag afspeelde was de aanwezigheid van de graaf en diens
gevolg. Uitzonderlijk was die aanwezigheid niet. De graaf
kwam wel vaker in Haarlem, en hield dan gedurende enkele
dagen of langer verblijf in de grafelijke hof aldaar. De
drukte die de komst van de graaf, diens huishouding en ver
dere gevolg met zich meebracht, werd nog versterkt doordat
kerkelijke dignitarissen en grafelijke leenmannen uit de om
geving, de een na de ander, hun opwachting kwamen maken
en desgewenst enige tijd bleven om de graaf met raad en
daad van dienst te zijn. Thans, in november 1245, stond
naast de afdoening van de gebruikelijke zaken zoals de
rechtspraak, de uitvaardiging van de Haarlemse stadskeur
op de rol. Graaf Willem had, waarschijnlijk vanaf het begin
van zijn gehele verblijf te Haarlem, magister Daniel bij zich.
Deze ervaren ambtenaar had, voordat hij eind 1244 of in
1245 bij de graaf in dienst trad, zeker twaalf jaar gediend bij
de hertogen Hendrik 1 en Hendrik 11 van Brabant, grootvader
respectievelijk oom van de graaf. Van de regionale groten
hadden zich vervolgens al bij het grafelijke gezelschap aan
gesloten Dirk burggraaf van Leiden, Dirk van Teilingen, abt
Lubbert 11 van Egmond, heer Nikolaas Persijn en Simon van
Haarlem. Het is niet bekend in welke volgorde deze perso-
9