Volgens de gildekeur van 1711 van het timmermans- of St.
Jozefsgilde mochten de witwerkers (evenmin als de
ebbehoutwerkers, die overigens alleen in deze keur worden
vermeld en in geen enkele andere bron voorkomen) geen
kastenmakerswerk verrichten; ook mochten de witwerkers
geen huyswerk repareren en doodskisten maken. Wat moch
ten deze meubelmakers volgens de gildekeur van 1711 dan
wèl? Zij mochten wel loose huys-meubelen van vuure of
sagt hout, vuure huyskassen, tafels, cabinetten, stoepban
ken, koffertjes, tresoren, kinderstoelen, haertschutjes, pal-
kassen, stoven, schuurballen &c maken.24)
De witwerkers maakten dus voor een deel dezelfde objecten
als de kastenmakers, maar het onderscheid ligt hem duide
lijk in de gebruikte houtsoorten: de kastenmakers verwerk
ten de hardere houtsoorten en de witwerkers de zachtere. In
het archief van het timmermansgilde bevindt zich een
ongedateerd stuk waar ook expliciet vermeld wordt dat
schrijnwerkers geen vure- of grenehout verwerkten.251 In dit
opzicht is ook de advertentie van een witwerker uit de jaren
1702-1704 van belang, waarin het assortiment dat hij in
huis heeft wordt opgesomd: alderhande soorten van wit-
w erkerswaren, bestaende in cabinetten, kassen, la-tafels,
gemack-kojfers, kinder stoelen &c; alles na de nieuste ma
nier. Soo op sijn japans, als anders verlacht en geschildert.
26) Uit deze advertentie blijkt dat witwerkers ook gelakte
meubelen verkochten. De witwerkersproef bestond volgens
de keur van 1711 uit een vuure blokkas (vgl. de kasten-
makersproef!) en een theetaefel met lantaerne.27) De goed
kopere meubelen van zachtere houtsoorten dienden dus bij
de witwerkers gezocht te worden.
Van dit beroep heb ik eenmaal een vermelding gevonden uit
1790.28) Daarnaast worden in de keur van het timmermans
gilde uit 1711 de stovenmakers als aparte beroepsgroep ver
meld. Zoals hierboven reeds gezegd, mochten alle leden van
het timmermansgilde stoven maken. Het beroep van stoven-
maker komt verder nergens voor, en mede hierdoor vermoed
ik dat het hier een witwerker, kastenmaker of timmerman
betreft, die alleen door het feit dat hij een stoof aflevert
stovenmaker werd genoemd. Bij de vele omvangrijke leve
ranties van stoven aan het gereformeerd weeshuis wordt een
aantal leveranciers vermeld, maar helaas zonder beroeps
aanduiding. Van tenminste één van hen (Willem Bos) weten
we dat hij in het gildearchief als witwerker vermeld wordt.
WITWERKERS
STOVENMAKERS