en land. 'Buitentimmeraars' houden van 'braakgrond', van onnutte, onbebouwde weilandjes en worden juist daarom door de stedelijke autoriteiten gewantrouwd en bestreden. Al op de stadsplattegrond die de landmeter Pieter Wils begin jaren veertig van de zeventiende eeuw maakte, is aan de noordkant van de stad het patroon te herkennen van een on vast 'wasteland'; rommelig decor en tijdelijke repoussoir waartegen de schoonheid van het Haarlems stadsprofiel - de St. Bavokerk voorop - vreeswekkend en dreigend afsteekt. In Haarlem-Noord woonde ik eigenlijk op verboden terrein: schootsveld, braakland en, tenslotte, buitenwijk. In 1927 had de stad, na eeuwenlange dwang en intimidatie, het grondgebied van Schoten eindelijk geannexeerd en was daar een nieuwe stad ontstaan: de verte van Haarlem-Noord die, aldus J J. Peereboom, voor zuid-Haarlemmers even vreemd is als Spitsbergen. Geen wonder: de tram kwam niet verder dan het Soendaplein, waar kerkhof en remise precies tegen over elkaar lagen en tezamen een onzichtbare muur vorm den, waarachter het geheugen van de stad geleidelijk begon te haperen. Omdat ik van huis uit een 'buitentimmeraar' ben, gewend om Haarlem eerder vanaf het Noordzeekanaal te bekijken dan vanuit de sierlijke bocht van het Spaame of vanaf de Blinkert en de Kennemerduinen, waar de stad zelf sinds eeu wen onmiskenbaar de voorkeur aan geeft, juist daarom ben ik van nature sceptisch ten opzichte van alle manifestaties waar de zogenaamde identiteit van Haarlem aan de orde wordt gesteld. Zo'n gebeurtenis is natuurlijk de tentoonstel ling 'De trots van Haarlem. Promotie van een stad in kunst en historie', welke vandaag ter gelegenheid van de zeven- honderdvijftigste verjaardag van de stad officieel van start gaat. Hoe ziet de topografische kaart van Haarlems trots er vandaag de dag uit? Heet de Bakenessergracht intussen al Gracht van Vinkenoog zoals Mulisch en Keller in de jaren Vijftig hebben voorgesteld? Is de Haarlemmerhout nog steeds niet omgedoopt tot Hildebrandpark? En waar is het prachtige standbeeld van Laurens Jansz. Coster uiteindelijk terecht gekomen? Staat hij al op het Soendaplein, met zijn rug naar de stad toe, boos te hebben gefaald als bewaker van het materieel erfgoed van drukkerij Enschedé? En welke geheime veranderingen zijn er nog meer aangebracht in de plattegrond van Haarlem en hoeveel vulgairs is daar intus sen in geslopen? En, want daar gaat het om, zijn we daar als Haarlemmers, nu ook trots op? Een tweede reden om met een zekere nieuwsgierigheid naar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 10