de zevenhonderdvijftigste verjaardag van Haarlem uit te kij
ken is dat de 'kleine historie' van onze stad de vereenvou
digde versie is van de geschiedenis van Holland. Om slechts
één voorbeeld te noemen: Haarlem is de bakermat van de
Randstad als landschappelijk en geografisch idee; en juist
omdat, planologisch gezien, Haarlem vandaag daar niet
meer het centrum van is maar ontegenzeggelijk naar de peri
ferie is geschoven, is het pikant om dit verhaal van Haarlems
trots opnieuw in herinnering te brengen.
Zonder al teveel reserves zou men kunnen zeggen dat de
Randstad Holland, als stadsregionale eenheid, de vrucht is
van een diep in de Nederlandse cultuur verankerde opvat
ting over het landschap. Met landschap wordt dan niet enkel
bedoeld die typische Hollandse figuratie van rivieren, dij
ken, polders, wegen en duinen: het Nederlandse woonge
bied in zijn natuurlijke verscheidenheid, maar vooral het
landschap als verhaal, dat ruim drie eeuwen lang een bron
van inspiratie heeft gevormd voor dichters, schilders, archi
tecten en stedebouwers. Dat tegelijk ook model heeft ge
staan voor de inrichting en vormgeving van een verstedelijkt
milieu.
Stedelijk prestige De eerste aanzetten tot een aanschouwelijke voorstelling
van 'Holland' vinden we in de literaire topografie, waar se
dert de Oudheid de tegenstelling tussen stad en platteland
een gemeenplaats is. Mede aan de hand van de eerste stede-
dichten over Haarlem werd al in de zestiende eeuw het
thema ontwikkeld van de 'wel gelegen' stad. Uiteraard is de
toonzetting van de vroegste beschrijvingen van Haarlems
fraaie ligging bepaald door de klassieke traditie van het
stededicht, maar kort na 1600 komen we in de gedichten van
zowel Karei van Mander als Samuel Ampzing allerlei de
tails tegen die getuigen van aandachtige observatie van de
landelijke omgeving van Haarlem en van de agrarische en
industriële activiteiten die daar plaatsvonden. Opmerkelijk
is de rol die aan de voormalige stedelijke parochiekerk, de
Grote of St. Bavokerk, wordt toegekend. Zowel de beschrij
ving van de geschiedenis van het gebouw, van zijn inrich
ting en zijn rijkdommen maar ook de grafische weergave in
de vorm van reusachtige stadsprofielen, wekken de indruk
dat dit gebouw beschouwd werd als teken bij uitstek van ste
delijke prestige. Vooral de 'Dominanz der Grossform' en
het streven naar monumentaliteit, dat wil zeggen de sterk
overdreven maatvoering van het gebouw ten opzichte van
de directe omgeving, bevestigen het beeld van de St. Bavo
II