Frederik van Eeden op Wal
den. Foto ca. 1900. (Universi
teitsbibliotheek Amsterdam,
handschriftenafdeling)
Martha van Eeden-van Vloten
op ongeveer 34-jarige leeftijd.
Foto Willem Witsen ca. 1890.
(Universiteitsbibliotheek
Amsterdam, handschriften
afdeling)
de beste der verschillende landen en tijden gerekend konden
worden. Het wonderlijke was. dat hij met deze bedoeling
slaagde. Hij slaagde er in, na een dag vol bewegelijkheid en
allerlei soort bezigheid, - na het ochtend-zwemmen te
Bussum, waar hij eerst in een kleinere, niet ver van het sta
tion, later in een door Berlage gebouwde grootere, ook witte
villa woonde, na de dokters-praktijk te Amsterdam, na het
diner met zijn gezin, logés en andere gasten, te Bussum, en
den met het gezelschap doorgebrachten vooravond, soms
met zang en pianomuziek, omstreeks half tien uur zich in zijn
studeerkamer voor zijn bureau neêr te zetten, den pen
houder ter hand te nemen en onmiddellijk aan het Drama-
in-verzen, - op dezelfde hoogte van stijl dus, waar hij het
had achter gelaten - voort te schrijven
Bij Van Eeden ontmoette ik dien zomer van 1893 in de eerste
plaats de andere leden van het gezin: zijn vrouw en beide
zoontjes Wat een jeugd, wat een lichte kleuren, wat een
poëzie in dat huis! Martha van Eeden, het evenbeeld van
haar tuin, de verpersoonlijking eener levensopvatting
En de kinderen, de zoontjes, een jaar of zeven, acht. Hans en
Paul, wat een tweetal, beide met de zelfde haardracht en de
zelfde kleeding, beide ongewoon bevallig van gezichtje, fijn
en lenig, de jongens-levendigheid in beide aanwezig, edel
beperkt door dat zachte en fijne.
[Van Eeden] woonde [van '93 tot '99] in een huis door Ber
lage gebouwd, aan de wanden hingen Toorop, Veth, Hart
Nibbrig, tot de bezoekers behoorden allerlei vee! genoemd
wordende kunstenaarsThorn Prikker, Dijsselhof; verder
vrienden en vriendinnen van den heer en van de vrouw des
huizes dan de beste mensen uit de Gooistreek ein
delijk bekende buitenlanders, een litterator, een psycholoog.
Groote huisvrienden waren de Van Hoogstraten's
121