Nico van Suchtelen op Wal den. (foto uit het bezit van mevrouw J. de Ley te Hilver sum) In grote lijnen bestaat de gemeenschap in Walden uit drie groeperingen: artiesten en intellectuelen, arbeiders en boe ren, en patiënten. Nico van Suchtelen die er, eenentwintig jaar oud en een en al ontvankelijkheid, in de zomer van '99 zijn intrek neemt, spreekt later van dat stelletje idealisten met hun onrijpe geestdrift, revolutionaire bedilzucht en communistische arbeidsschuwheid. Volgens Annie Salo mons heerst er een sfeer van broederschap, amoureuze ver wikkelingen en achterklap en A. Roland Holst beweert dat de veertigjarige Van Eeden in deze periode ostentatief en niet zonder resultaat in zijn uiterlijk de vorstelijke verwaar lozing van Tolstoi nastreefde. In eigen persoon ging hij dan de groenten van zijn Walden in het dorp verkopen. Van de meisjes Van Hoogstraten valt eerst Mary voor de charmes van de poëtische maar onbemiddelde Nico van Suchtelen. Mary van H. laat voor van Suchtelen een hut bouwenmeldt Van Eeden op 10 maart 1900. Haar liefde is van korte duur. Al in september kiest zij voor de jonge archi tect Rudolf Mauve, eveneens kolonist en een zoon van de schilder Anton Mauve. Vee! emotie hier door de roman tusschen Mary, Nico en Rudolf, staat er dan. Van Suchtelen verlaat Walden met een gebroken hart en Mary vertrekt op 13 februari 1901. Zij gaat trouwen en maakt eerst, met haar moeder, nog een reisje naar Italië. Maar nauwelijks zijn ze weg of Van Eeden beleeft zelf een roman die veel emotie veroorzaakt. Hij wordt verliefd. En ditmaal op een beduidend jongere vrouw, de achten twintigjarige zangeres Truida Everts, die al sinds december '99 in Walden verblijft en daar een door Bauer ontworpen huisje bewoont (nu Franse Kampweg 8). Op 11 maart no teert Van Eeden: Mijn leven is een volkomen verschiet van geluk. Ik ga, zoolang ik leef, niet meer van haar weg Ik schreef een brief aan Betsy en voel den last van onoprecht heid afgewenteld. Het is droef, maar beter zoo. Op 15 maart komt Betsy thuis en drie dagen later zegt hij: Ik heb verdriet om de arme Betsy, maar ik kan niet voelen slecht gedaan te hebben. Wel vroeger maar nu niet. Ik sidder soms als ik terugdenk aan die zwoele, sombere jaren vol weekheid, bitterheid, onbewuste en bewuste onoprechtheid, sensualiteit en zwaarmoedigheid. Wat hem betreft deugt er niets meer van hun passieloze passie, maar voor haar is het minder simpel. Zij verliest, terwijl ze nog geen twee jaar in De Maerle woont en pas een halfjaar geleden voor 15.000 in Walden heeft geïnvesteerd, de grond onder haar voeten. Gistermorgen [21 maart], toen ik begreep dat de Hoogstra- 127

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 127