Op een maquette van de firma
Enschedé uit ca. 1950 is ook
de door de firma in gebruik
genomen synagoge op de hoek
van de Lange Begijnestraat en
de Wijde Appelaarsteeg afge
beeld. (Museum Enschedé,
foto Frank van der Wijden)
meerdere joodse gezinnen in Haarlem waren. Vanaf 1756
kregen de joden van het stadsbestuur ieder jaar opnieuw toe
stemming om tijdens de jaarmarkt gezamenlijk hun gods
dienstoefeningen te houden. Daarvoor werd een huis in de
Zoetestraat aangewezen en de huur daarvan werd door de
stad betaald! 6) Weldra huurden zij een pand in de Noorder
Schoolsteeg en in 1765 vroegen en kregen zij verlof om aan
het Goudsmidspleintje een huis te kopen en als synagoge in
te richten.71 Daarmee was de Joodse Gemeente in Haarlem
een feit. Een jaar later kregen zij de kapittelzaal van het stad
huis toegewezen als vleeshal voor de joden.8) In 1770 kre
gen zij heel vlot toestemming om een eigen begraafplaats te
hebben aan het Bolwerk. 9) Toen in 1830 het begraven in
kerken verboden werd en er een algemene begraafplaats op
Akendam langs de Schoterweg werd gesticht, kreeg die een
eigen joodse afdeling, die daar als een soort eilandje nog
steeds ligt. In 1798 werden de Haarlemmers geteld en toen
bleken er in Haarlem 131 joden te zijn, 0,6% van de bevol
king. I0)
In 1841 werd er in de Lange Begijnestraat een nieuwe syna
goge gebouwd, die in 1896 aanmerkelijk moest worden uit
gebreid van 190 naar 344 zitplaatsen. 1,1 De synagoge heeft
daar tot 1943 gefunctioneerd. In de Lange Wijngaardstraat
werd in 1887 de eerste steen gelegd voor een Gemeente
gebouw waarvan de 'eerste steen' aldaar nog steeds ge
tuigt. I2) In datzelfde jaar werd ook overgegaan tot de aan
koop van een terrein voor een eigen begraafplaats aan de
Amsterdamse Vaart.131 De Joodse Gemeente bloeide en had
toen, in 1887, 714 leden.
In dat jaar 1887 was nog vrijwel iedere Nederlander lid van
een kerkgenootschap en kerkelijk ingeschreven. Buitenker-
140