ders die in een ongelukkige toestand verkeren 20> en praatte
over de noodzaak om een molestverzekering af te sluiten.
Het meeleven met de Duitse broeders zal vooral tijdens de
kerkdiensten tot uiting zijn gekomen. De Duitse leden wer
den af en toe apart bijeengeroepen.
Van antisemitische incidenten zijn mij in Haarlem alleen
wat scheldpartijen op de groentenveiling bekend.20 Het viel
mij op dat in 1941O) de voorstelling van de antisemitische
film 'De eeuwige Jood' na een halve week lege zalen door
een andere film moest worden vervangen, tot verontwaardi
ging van een NSB'er die daarover bij het gemeentebestuur
klaagde.22)
Ik noemde eerder dat het assimilatieproces en de ontkerke
lijking in de decennia voor 1940 in de joodse gemeenschap
omvangrijk begonnen te worden. Tegenover de 778 Haar
lemse leden die de Nederlands Israëlitische Gemeente in
1941 opgaf,23) staan 1.521 namen van Haarlemse joden op
een andere lijst, die in 1942 op last van de Duitsers door het
stadhuis was opgemaakt.241 Bij de vaststelling daarvan werd
de Duitse definitie voor jood gehanteerd. Volgens deze lijst
telde Haarlem 1080 joden waarvan er 160 met een niet-jood
waren gehuwd, 304 kinderen uit deze gemengde huwelijken
(g i) en 137 kinderen uit een volgende generatie (g ii). De
Haarlemse lijst blijkt overigens niet steeds nauwkeurig en
heeft enkele aanwijsbare fouten.
Van de 1.521 joden uit de lijst waren er maar ongeveer 450
in Haarlem geboren en daarvan waren er heel wat nog kinde
ren. Vooral veel Amsterdamse joden blijken naar Haarlem
te zijn verhuisd.
Nederland capituleerde op 14 mei 1940 en reeds de vol
gende dag reden de eerste Duitse troepen onder grote be
langstelling Haarlem binnen. De capitulatie betekende voor
veel joodse Nederlanders het einde van hun hoop en
toekomstverwachting. Velen pleegden daarom zelfmoord.
Binnen de gemeente Haarlem werden in de meidagen van
1940 16 gevallen van geslaagde zelfdoding geregistreerd.25)
Het aantal mislukte pogingen is niet bekend. Zelfdoding
zien we daarna bij ingrijpende veranderingen in het joodse
bestaan regelmatig terugkomen.
Op de eerste vergadering van de joodse kerkeraad na de ca
pitulatie, op 19 mei, wees de voorzitter met een sober woord
op de bijzondere omstandigheden waarin het land nu ver
keerde en ging vervolgens over tot de orde van de dag. Toch
bleek het bestuur intussen enkele maatregelen te hebben ge
nomen. De wetsrollen en andere gewijde zaken uit de syna-
143