werkers van Openbare Werken, die werden gestraft met in houding van hun salaris.521 De gemeente werd voor de sta kingen gestraft met het instellen van een avondklok waar door men enige tijd 's nachts niet op straat mocht zijn en de daarop volgende zondag mochten er geen sportwedstrijden worden gehouden. Vanaf 6 februari 1941 liet het kerkbestuur de synagoge per manent bewaken en dat duurde tot de opheffing van de Joodse Gemeente.53) Voor het contact van de bewakers on derling en met de buitenwereld werden volgens het kasboek drie politiefluitjes aangeschaft. Het besef van onveiligheid nam toe. In mei waren de belang rijkste kerkelijke voorwerpen nog bij het Jolesziekenhuis ondergebracht, maar men besloot ze nu bij particulieren te bewaren. De namen van die particulieren staan dan nog in de notulen opgeschreven;54) later, in oktober 1941, weigerde de voorzitter van de kerkbestuursvergadering om die namen ook maar hardop te noemen. Ook als gevolg van de Februaristaking werd op 6 maart 1941 burgemeester De Vos van Steenwijk ontslagen en werd de gemeenteraad ontbonden. Een deel van de wethou ders ging met de burgemeester mee, de anderen bleven nog even zitten. De burgemeester hield zijn afscheidsreceptie thuis. 55) Op 10 maart 1941 werd de nationaal-socialist S.L.A. Plekker geïnstalleerd als Regeringscommissaris. Een nieuwe titel met een andere inhoud van het burgemeester schap, maar later ging hij zich toch gewoon burgemeester noemen. Bij zijn installatie bleek de ambtsketen zoek en hij moest het met een oude keten doen. Al in oktober 1940 was er een meldingsplicht gekomen voor alle bedrijven waarin een jood invloed had. In maart 1941 begon de verwijdering van joden uit het bedrijfsleven. In hun plaats kwamen door de Duitsers benoemde beheerders, Verwalters, die doorgaans tot taak hadden de zaak te liqui deren. In april volgde de verwijdering uit hun functie van notarissen, artsen, advocaten en andere vrije beroepen waar voor men een eed moet afleggen. Joden mochten alleen nog joden als cliënt hebben. Toen waren er voor joden weinig beroepen meer mogelijk en be gon de maatschappelijke afzondering. Vanaf 22 oktober 1941 mocht men geen joods personeel meer in huis hebben en omgekeerd mochten joden geen niet-joods personeel meer hebben. Jarenoude betrekkingen met dienstboden, huisnaaisters, werksters en chauffeurs werden noodgedwon gen verbroken. Besturen met joodse leden moesten de band eveneens ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 148