dwongen vertrek van joden uit Bloemendaal, Overveen en
Aerdenhout. Zij vertrokken naar Amsterdam.
In Haarlem bleef men hopen: Op 31 mei werd het gerucht
genotuleerd dat de Joodse Gemeente van Haarlem niet zou
worden geëvacueerd. Geruchten dat de evacuatie wel door
ging waren er eveneens en daarom vind je in het stadhuis
archief ook briefjes terug, waarmee Haarlemmers bij voor
baat mededeelden dat zij in bepaalde woningen geïnte
resseerd waren indien die door joden ontruimd zouden gaan
worden. Eén gevolg van het vertrek van zoveel joden uit de
omgeving was, dat ook het aantal leerlingen op de joodse
scholen snel verminderde.
Op 29 april 1942 kregen de joden een uiterlijk kenmerk mee,
waarmee zij voor iedereen herkenbaar werden. Bepaald
werd dat iedere jood vanaf 6 jaar, die zich in het openbaar
vertoonde, een gele jodenster moest dragen. Dat in het open
haar vertoonde moest men ruim opvatten. Op het balkon
staan viel daar onder, maar ook de voordeur opendoen.
Joden die zonder ster werden aangetroffen, werden gearres
teerd en naar Amsterdam overgebracht. En wat kan een
agent doen die een jood zonder jodenster aantrof? Hij kon
proberen de andere kant uit te kijken en doen of hij hem niet
zag. Maar als dat aan anderen opviel, die hem aangaven, kon
hem dat zijn baantje kosten, of meer. In Amsterdam vonden
demonstraties plaats waarbij niet-joden uit solidariteit even
eens een ster gingen dragen. Bij zo'n demonstratie werd ook
een Haarlemse gemeenteambtenaar gearresteerd, die weldra
uit de gemeentedienst werd ontslagen wegens jodenbegun-
stiging.89)
Nu joden op straat herkenbaar waren geworden, kon ook de
maatregel effectief worden waarbij zij hun fietsen moesten
inleveren. In juni 1942 was het zover en daarbij beten zij
weer de spits af voor de overige Nederlanders, die hiermee
pas in 1943 en 1944 werden geconfronteerd. 90) Op vele
plaatsen mochten de joden niet komen, nu werd het ook
moeilijk gemaakt om er te komen.
Openbaar vervoer was voor de joden al niet meer toege
staan; auto's, toen minder het straatbeeld bepalend dan
tegenwoordig, waren al gevorderd. Bij joodse begrafenissen
mocht alleen de lijkkist nog per auto of rijtuig worden ver
voerd; de gasten moesten er te voet achteraan. Door het inle
veren van de fietsen - wat overigens weer perfect werd ge
administreerd - werd de onderlinge communicatie van de
joden verder bemoeilijkt. Gelukkig bezorgde de post toen
nog drie keer per dag.
155