rige koeien en paarden, werden ook begrepen als evocaties
van het oorspronkelijke, door Plinius en Tacitus beschreven
Holland van de Bataven. In die gedachtengang zou men de
nieuwe, als een landschap vormgegeven tuin van Elswout
ook kunnen zien als de archeologische reconstructie van het
oorspronkelijke, Bataafse landschap. En, aldus de Jong: heel
gek is dit niet als men zich bedenkt dat dat rond 1800 de
grootste bezienswaardigheid op Elswout lange tijd de zoge
naamde wonderboom was, waarvan ook een exemplaar bij
Kraantje Lek was te zien. Grillig gevormde karkassen van
bomen die een voorhistorische ouderdom suggereerden en
daarom omgeven waren met talloze mythologieën: ruïneuze
bomen, niet-stenen ruïnes vertelden hier een verhaal van
natuur en nationale geschiedenis. En denkend naar Elswout,
lijkt het alsof opdrachtgever en landschapsarchitect hun tijd
genoten eraan wilden herinneren dat het Hollandse land
schap, ondanks de spreekwoordelijke weidse perspectieven
over een vlak land, van oudsher dicht bebost was, zoals door
Tacitus in zijn 'Annales' beschreven, en dat het was be
woond door die vrijheidslievende en moreel ongeschonden
voorouders: de Bataven. In een dergelijke interpretatie wer
den parken als die van Elswout aangelegd èn afgebeeld als
illustraties van het oudst denkbare, nationale landschap,
evocaties van het woongebied van de voorvaderen van een
politiek ideaal: dat van de Bataafse Republiek.
Henry James Hoezeer het Hollandse landschap een artificiële, door de
cultuur gevormde constructie is, blijkt uit de interne kracht
en duurzaamheid van zijn traditie. Uit het vermogen om in
wisselende politieke en socio-economische omstandigheden
een tastbaar en visueel beeld te produceren van een soms als
politiek dan weer historisch of geografisch aangeduid, vast
omlijnd ideaal: Holland. In de eerste helft van de negen
tiende eeuw kreeg de identificatie van Holland met geschil
derde, zeventiende-eeuwse voorstellingen van stad en land
schap een nieuwe impuls door de reisverslagen van
buitenlandse schrijvers en schilders. Tijdens hun verblijf in
Holland beperkten die zich niet alleen tot museumbezoek,
maar maakten zij van de gelegenheid gebruik om ook het
land zelf, de steden, polders en kuststreken te verkennen. En
wat zagen zij? Een pre-modern landschap, dat nog nauwe
lijks was aangeraakt door industrialisatie en verstedelijking,
uniek in Europa, en op frappante wijze gelijkend op de ge
schilderde landschappen die ze in de musea zo hadden be
wonderd.
Niemand heeft die sensationele ervaring beter verwoord dan
15