aan de rand als in het centrum van de stad die het bestaans recht bewijzen van een door fictie en geschiedenis gecon strueerd stadsbeeld. Hoezeer de zeventiende-eeuwse ge schilderde stadsgezichten voorbeeld en toetssteen werden voor de eigentijdse stadsaanleg blijkt niet alleen uit de in 1844 gepubliceerde 'Gezigten in de Omstreken van Haar lem', waarin Ludgers de stad nog steeds portretteert als een heldere compacte vorm in een verder leeg landschap; maar nog veel meer uit de herschepping van de militaire fortificaties tot riant wandelpark rond de stad. Wat de ont werper, de landschapsarchitect J.D. Zocher, daarbij voor ogen stond was de aanleg van een geraffineerde landschaps tuin met kunstmatige hoogteverschillen waar in het wisse lend decor van bruggen, kiosken en aanplant van bomen, onverwachts ook de monumenten van de stad opduiken. Vanaf het midden van de eeuw kwamen hier de eerste villa's en werden Prinsen- en Statenbolwerk de prominente vesti gingsplaats voor de 'nouveaux riches' van de ontluikende Randstad: schakels in een stedebouwkundige typologie welke in Elswout begon en via begraafplaatsen, wandelin gen en villaparken uiteindelijk in de Haarlemmerhout ein digde. In Haarlem wordt zichtbaar hoezeer parkaanleg een van de pijlers van de Nederlandse stedebouw is. Geschilderde voorstellingen kleurden ook de waarneming van het verval van de historische binnenstad. De passie voor sloop en afbraak was evenredig aan de populariteit van het geschilderde stadsinterieur: van de stenen landschappen van schilders als Springer, Karsen en Bosboom die stads gezichten samenstelden uit bij voorkeur gesloopte monu menten en bouwfragmenten. Schilders - maar zij niet alleen - verzonnen steden van een rijk, associatief gehalte die de herinnering vasthielden aan een nationaal verleden dat op het punt stond te verdwijnen. De kracht van deze achterlig gende gedachte weerspiegelt zich tot de dag van vandaag in de inrichting van de Grote Markt van Haarlem. En ook nu weer werd de Grote of St. Bavokerk het middelpunt van een symbolisch, stenen stadslandschap. Niet gesteund door welke stedebouwkundige doctrine dan ook, werd de plaats van de St. Bavo in het historisch weefsel van de stad hard handig gecorrigeerd en aangepast aan de geïdealiseerde zienswijze zoals die eeuwenlang door dichters en schilders was voorgespiegeld. Niet alleen werd zij ruw ontmanteld uit de wirwar van straten en stegen, uit woningen en dienst gebouwen die haar sinds onheuglijke tijden hadden gediend. Ze werd ook gerestaureerd waarbij met behulp van vernuf tige ingrepen de architectonische werking van met name de 17

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 17