I vooral toe op tekeningen en aquarellen en wist ook op dat terrein een grote en belangrijke verzameling op te bouwen. Zo kocht hij midden jaren zeventig, via de kunsthandelaar Theo Laurentius, grote delen aan van de vermaarde collectie Hoog. Enige jaren daarna wist hij 'en bloc' de collectie van de Haarlem-verzamelaar J.J. Luyten aan te kopen. In 1986 volgden nog een aantal stukken op de veiling van de collec tie A.J.M. van Os. Nauwgezet volgde hij vele jaren de Ne derlandse veilingen van tekeningen, vooral Christies en Sotheby's, en wist jaarlijks zijn collectie met enkele teke ningen met gezichten in of om Haarlem uit te breiden. In november 1995 kon hij nog de hand leggen op twee mooie panoramagezichten op Haarlem, één door Cornelis van Noorde uit 1762 vanaf de Blinkert en één door Jan de Beyer uit 1746 vanaf het Zuider Buiten Spaarne. In de zeventiger jaren en daarna verzocht hij ook eigentijdse kunstenaars om bepaalde, verdwijnende stadsgezichten vast te leggen in de vorm van tekeningen en aquarellen. Dit alles resulteerde in een collectie waarvan het bekijken van bepaalde onderdelen een waar genot was voor hemzelf en voor geïnteresseerde liefhebbers. Zoals gezegd was hij steeds bereid anderen te helpen en le gio zijn de scripties en artikelen waarin hij wordt bedankt voor het beschikbaar stellen van zijn materiaal. De ware liefhebber in hem loochende zich niet als er op vei lingen eens iets te voorschijn kwam wat geen connectie met Haarlem had en dat hem toch aansprak. Zo kocht hij inci denteel wel werk van Van Gogh en Rembrandt en ook bij voorbeeld de set prachtige etsen van Paulus Potter met voor stellingen van paarden. Evenals verzamelaars in vroeger eeuwen dat deden, werkte Ton veel met en vanuit zijn eigen collectie. Na rustige be schouwing van een nieuwe aanwinst ging hij de mogelijkhe den na waar in Haarlem of omstreken de kunstenaar dit ge zicht had vastgelegd. Als hij daarvoor enige suggesties had bedacht, werd in eigen collectie, op het Haarlemse archief of in andere verzamelingen van prenten en tekeningen, naar vergelijkbare afbeeldingen gezocht. Niet zelden vond hij deze of meende hij suggesties hiervoor te kunnen doen. Al werkend kreeg hij oog voor de verschillende stijlen van de diverse kunstenaars, met het gevolg, dat hij steeds beter ongesigneerd werk aan een bepaalde kunstenaar kon toe schrijven. Hoewel hij moeizaam schreef en lang naar een juiste formu lering zocht, ging hij toch diverse malen op suggesties mij nerzijds in om bepaalde ontdekkingen vast te leggen. Dat 233

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 233