over kernfysica of de vierde dimensie. Zo schreef één van
zijn oud-leerlingen hoe de heer Koene in een proefwerk
opdracht 32 soldaten in het gelid over een brug liet marche
ren, waarbij de leerlingen moesten beredeneren dat dit tot
instorten van de brug kon leiden. Onder de meest moeilijke
omstandigheden, zoals in de oorlogstijd toen zijn gezin geë
vacueerd was, bleef hij zijn lessen geven; hij heeft trouwens
in zijn onderwijsloopbaan geen dag verzuimd. Tot na zijn
pensionering bleef hij zijn medewerking geven aan diverse
natuurkunde-methodes, eerst voor HBS/Gymnasium, later
voor het vwo/havo.
Als leraar werd de heer Koene in de woelige naoorlogse ja
ren al spoedig een steunpilaar van het Christelijk Lyceum en
het wekte geen verbazing dat het bestuur hem in 1952 tot
conrector benoemde. Hij kreeg twee jaar later de dagelijkse
leiding van de dependance in Heemstede, die gesticht werd
om een deel van de leerlingentoevloed in Haarlem op te van
gen, maar ook als basis voor een toekomstig 3e Christelijk
Lyceum in de regio (het 2e was het Marnix van St. Aldegon-
de).
Toen de dependance in 1964 als Christelijke hbs zelfstandig
werd, werd hij vanzelfsprekend tot directeur benoemd. Hij
gaf met kracht leiding aan de opbouw van een zelfstandige
school, in feite een emancipatieproces en niet eenvoudig,
waar hijzelf geworteld was in de oude school, evenals veel
personeelsleden, die bovendien nog lange tijd voor een deel
van hun uren aan de oude school verbonden bleven. Hij nam
het initiatief tot een mentor-begeleidingssysteem, tot de op
richting van een schoolkrant en een leerlingenvereniging,
tot het doordringen van ieder personeelslid van de overtui
ging dat zorg voor de leerling op de eerste plaats moest
staan. Hij gaf daarbij zelf het voorbeeld. Als directeur en -
toen in 1968 de hbs in een Atheneum werd omgezet - als
rector deed hij veel meer zelf dan nu nog voor mogelijk
wordt gehouden: talloze contacten met leerlingen en ouders
(zorgvuldig geboekstaafd in kleine schriftjes met een volg
nummer voor elke aantekening) en personeelszorg, zoals
opvangen van ziek personeel, soms samen met zijn vrouw,
tot het zetten van koffie toe, als de conciërge afwezig was.
Daarnaast leidde hij het moeilijke proces van vergunning
voor nieuwbouw, voorbereiding van de bouw en de uitvoe
ring met alle in- en externe strubbelingen, die daarbij kwa
men. Het was voor hem een hoogtepunt, toen het nieuwe
gebouw in oktober 1972 geopend kon worden onder de
trotse naam van Christelijk Atheneum 'Adriaen Pauw'. Al
was het een grote teleurstelling dat er geen HAVO-afdeling