neerd - al een afscheid van een maatschappij waar hij altijd al weinig boodschap aan had gehad, maar nu niets meer mee te maken wilde hebben. Slechts een klein aantal getrouwen duldde hij nog om zich heen. Je zou kunnen zeggen dat dit voorval - sommigen noemden het weer een act van de maestro - een afsluitend accent was in zijn leven, zoals hij ook in zijn jeugd een merkteken had geplaatst. Hij hield niet van spelletjes met schoolkameraden. Hij had dat anderen, maar ook zichzelf duidelijk gemaakt, toen hij een touw rondom zich heen slingerde met een steen erin: kom niet in mijn bestaan, kom niet in mijn leven. Ik heb dat afgebakend met mezelf als centerpunt. Toch was er ook nog een andere, minder eenzelvige Verwey. Zelf noemde hij dat: Er huizen twee Verwey's in mijn lijf. In zijn stoel aan tafel kon hij - de erkende bullebak (Ik heb de naam lastig te zijn; dat is gemakkelijk, nu hoefik dus zelf niet meer lastig te zijn- kostelijk zitten zingen of citeren. Goethe of Gorter waren daarbij zijn favorieten. Zo daverde het soms ineens door de huiskamer: ik treur om bloemen in de knop gebroken, maar er waren ook opgewektere teksten bij. Zo kon hij intens genieten van werk van Van Deyssel of Frans Erens (Vervlogen dagen). Hij las zelf fragmenten voor of je werd uitgenodigd wat voor te dragen. Over Van Deyssel kon hij dan plotseling roepen: kennen jullie dat ver haal van 'die dikke' (Lodewijk van Deyssel) en die gewe ren? Daar hadden wij nog nooit van gehoord. Wel, Van Deyssel was net getrouwd en hij en zijn vrouw logeerden in een huis, dat rijkelijk voorzien was van jachtgeweren. Ze renden opgewonden achter elkaar aan met dat schiettuig en konden er maar niet genoeg van krijgen. Van Deyssel heeft een belangrijke rol gespeeld in het leven van de Haarlemse schilder. Kees adoreerde de literator met de snedige pen en tong, de man van allure. Hij vond het prachtig om Van Deyssel met diens en zijn eigen bent genoten uit te nodigen voor de viering van zijn, Verwey's, vijftigste verjaardag. Het waren Otto B. de Kat, Adriaan Roland Holst, Cees Kelk, Emile Erens, mevrouw Brantjes- Erens, Godfried Bomans, Fik Abbing, Mari Andriessen, Cornelis Veth, H. Boot, Lodewijk van Deyssel en mevrouw Mulder (de verzorgster van Van Deyssel) en Kees en zijn vrouw Jeanne Tilbusscher natuurlijk. Verwey raakte later wel in conflict met Van Deyssel van wege het befaamde portret van Van Deyssel. Die wilde ie dereen vanaf het doek in ieder geval recht in de ogen kijken, maar Verwey vond dat de schrijver het maar moest nemen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 248