datje je spullen weer terugkrijgt, want wat Kees mooi vindt, houdt hij graag bij zich. Natuurlijk werd er ook over het leven en de dood gesproken. Kees Verwey was bang voor de dood aan de ene kant, maar wilde eigenlijk ook wel graag verdwijnen. Ik heb een rijk leven gehad, is het niet? Maar ben ik nog van enige beteke nis? Eigenlijk wil ik wel helemaal weg zijn. En dan zag hij het voor zich: hij was verdwenen in het Spaarne; alleen zijn hoge hoed dobberde er nog rond. Hoe meer het einde zich ging aftekenen, des te meer toonde hij zijn wilskracht. Hij bleef schilderen, al kon hij mijme rend zeggen bij het kijken naar zijn vroegere werk: Moetje eens zien. Dat ik dat vroeger gemaakt heb. Hoe bestaat het. Ik kan dat niet meer, nu, al zou ik het nog zo graag willen. Hij verwees wel eens naar zijn woorden: De bloem leeft pas als hij dood is. Het grote probleem van de dood is daarmee in één klap opgelost. Bloemen spreken zich pas uit als ze dood zijn. Daar hebben ze een lang leven voor nodig. Ik wacht en vang het beslissende moment op. Kees Verwey legde die bloemen dan in prachtige tinten en contrasten vast. De bloemen zelf wilde hij vaak maar niet weggooien. Zo stond vers en verdord naast elkaar, wat vaak nog een prach tig geheel opleverde ook. Kees Verwey hoorde in zijn kleine wereld van het Spaarnehuis. Er was dan ook niets verschrikkelijkers dan hem te zien liggen in die steriele ziekenhuiskamer, toen het einde zich ging aftekenen. Het zou afschuwelijk geweest zijn als hij daar gestorven was. Dat wilde hij zelf ook niet. Hij vocht nog één stevig robbertje met de dood, won dat en vond zichzelf terug in de tuinkamer van zijn huis. Hij pro beerde er nog te schilderen. Hij vroeg een stuk papier en aquarelverf, zette er mooie kleuren mee op, maar hij begreep dat het definitieve einde ook daarvan gekomen was. Hij, de onafhankelijke, de baas van het huis, wist dat hij niet meer van bed zou komen. We zijn zo gelukkig geweest hem nog een paar dagen voor zijn dood redelijk opgewekt mee te maken. Maar hij had toen al de beslissing voor zich zelf ge nomen. Het was genoeg. Hij was uitgewerkt, moe. Hij at en dronk nauwelijks meer. Met Charlotte van Pallandt aan zijn zij, stierf hij zondagavond 23 juli, rustig en vredig, tussen zijn schilderijen. De jonge Verwey had de slinger wegge legd; de bejaarde Verwey zijn wandelstok en spiegel. Fotoverantwoording Foto's van Sem Hartz en Cor van Stam: United Photo's De Boer Haarlem. HANS ROMBOUTS 251

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 251