a
Over de auteurs
marie-Anne coebergh-van der marck studeerde kunst
geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht en vertaalde
een veertigtal boeken van uiteenlopende aard. Sinds 1968
woont zij met haar gezin in het door Bauer en Rueter ge
bouwde 'Duinweide' in Aerdenhout.
paul dirkse (1946) studeerde kunstgeschiedenis aan de
Rijksuniversiteit Leiden en is als hoofdconservator werk
zaam bij het Museum Catharijneconvent te Utrecht.
gabrielle dorren (1963) is als assistent in opleiding ver
bonden aan het Historisch Seminarium van de Universiteit
van Amsterdam en bereidt een dissertatie voor over de leef
wereld van de Haarlemse burgers in de zeventiende eeuw.
thomas H. von der dunk 1961studeerde kunstgeschie
denis en archeologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Hij promoveerde in 1994 op de studie 'Das deutsche Denk-
malkults im deutschen Kulturbereich'. Hij publiceerde hier
naast veel over de Nederlandse bouwkunst en kunstpolitiek
in de zeventiende en negentiende eeuw en is thans als post
doctoraal onderzoeker werkzaam bij het Huizinga-Instituut.
e.h. kossmann (1922) was van 1951 tot 1957 wetenschap
pelijk ambtenaar algemene geschiedenis te Leiden, van
1957 tot 1966 hoogleraar Nederlandse geschiedenis te Lon
den en van 1966 tot 1987 hoogleraar moderne geschiedenis
te Groningen.
e.m. sieperda-staab, arts, was van 1950 tot 1958 werkzaam
op het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde
te leiden. Zij bekleedde tussen 1958 en 1984 verschillende
functies op het gebied van de gezondheidszorg. Thans be
reidt zij een publikatie voor over het Collegium Medico-
pharmaceuticum te Haarlem.
ed taverne (1938) is hoogleraar in de geschiedenis van de
architectuur en stedebouw aan de Rijksuniversiteit Gronin
gen. Hij promoveerde in 1978 op de dissertatie 'In 't land
van belofte: in de nieue stadt. Ideaal en werkelijkheid van de
stadsuitleg in de Republiek 1580-1680', waarin ook de
Haarlemse Nieuwe Uitleg wordt behandeld.