GABRiELLE dorren Burgers en hun besognes
Burgemeestersmemorialen en hun bruikbaarheid
als bron voor zeventiende-eeuws Haarlem
Op 8 maart 1640 werd de Haarlemse koperslager Jan
Cornelisz. Coelenbier op verzoek van het bestuur van het
smidsgilde ontboden voor het college van burgemeesters.
De koperslager had schuimspanen voorzien van 'vreemde'
stelen, met andere woorden: stelen die niet door iemand van
het Haarlemse smidsgilde waren vervaardigd. Dit kwam
hem op vijf gulden boete aan het gilde te staan. 0
Op 26 november van hetzelfde jaar verscheen Coelenbiers
zoon Jan Jansz. voor de burgemeesters als gedupeerde: twee
vrouwen, een moeder en haar dochter, hadden niet nader
omschreven 'moedwil' bedreven ten huize van vlaskoper
Coelenbier. De vrouwen werden drie dagen op water en
brood gezet en een tweede dochter kwam er met een ernstige
waarschuwing af.2)
Jan Cornelisz. Coelenbier komen we op 2 februari 1641 op
nieuw bij de burgemeesters tegen, ditmaal in verband met
overlast die hij mogelijk binnenkort zou veroorzaken: de
geburen van de Smedestraat hadden namelijk gehoord dat
de koperslager zich met ingang van mei 1641 in hun buurt
zou vestigen en vreesden dat hij er ook zijn werkplaats wilde
houden. Desgevraagd verklaarde hij in het pand in kwestie
slechts ketels te zullen verhuren. De burgemeesters gelast
ten hem uitdrukkelijk de buren geen aanleiding tot klagen te
geven.3) Anderhalve maand later diende een ander gebuurte
een soortgelijk rekest in: Coelenbier zou in mei namelijk
ook in die buurt een huis betrekken (hoek Anegang/War-
moesstraat) en de bewoners wilden nu dat hem expliciet
werd meegedeeld daar niet te mogen werken, tenzij in een
besloten kelder. Dit leidde tot een resolutie dat dit ambacht
voortaan alleen in kelders mocht worden uitgeoefend. 4) In
februari 1642 kwamen er al klachten van de buren dat
Coelenbier niet in zijn kelder maar op straat werkte. Dit
werd hem verboden. Kennelijk had hij ruimtegebrek als ver
weer aangevoerd, want de resolutie werd als volgt uitge
breid: voor ketels die te groot waren voor een kelder, zoals
brouwers- of blekersketels, konden koperslagers op een
5i