van woorden en daden een patiënt en diens familie wist te
imponeren, kreeg kennelijk zo'n vertrouwen dat hij zelfs
dacht medische doctoren, chirurgijns en ook stadsbestuur
ders te overtuigen met zijn wonderverhalen.
Dit was Cornelis de Haas, een bakker uit de Grote Hout
straat, die eind 1700 aan het stadsbestuur vroeg om toelating
tot het ambt van chirurgijn. Hij voerde onder andere als ar
gument aan dat hij een patiënt in Heemstede had genezen
van koud vuur. Deze term werd wel gebruikt voor het afster
vingsproces van een lichaamsdeel dat langdurig tekort heeft
gehad aan voorziening met bloed. Tegenwoordig kunnen we
in veel gevallen de bloedtoevoer naar het bedreigde li
chaamsdeel herstellen of verbeteren met vaatverwijdende
middelen of soms een kleine operatie. Maar bij de patiënt in
Heemstede, een bakkersknecht, moest men nog passief toe
zien hoe een deel van een van zijn onderbenen met de bijbe
horende voet dit proces van afsterving doormaakte. Cornelis
de Haas nu beweerde dat dank zij zijn geneesmiddel het
koud vuur tot staan was gekomen en dat de voet er als door
een wonder was afgevallen.
In de zomer van 1700 waren dr. M. Reverhorst uit Den Haag
en chirurgijn Pieter Adriaansz. Verduyn uit Amsterdam op
verzoek van de Haarlemse stadsdoctor Jacobus Vlackveld
naar Heemstede gekomen. Het drietal had geconcludeerd
dat een deel van het onderbeen mèt de voet geamputeerd
diende te worden. De kuitspieren waren nog in zodanig
goede staat dat de chirurgijn de amputatiestomp ermee zou
kunnen bedekken. Pieter Verduyn, een van de best onder
legde chirurgijns van zijn tijd, paste deze methode toe in
Amsterdam. In 1696 had hij er een beschrijving van gepu
bliceerd. 5)
Maar de patiënt zelf kon er niet toe besluiten een amputatie
te ondergaan. Zijn ziekbed zou nog vele maanden langer
duren. Diep verontwaardigd reageerde het Collegium Medi-
cum in zijn adviesbrief aan de burgemeesters op de 'behan
deling', waar Cornelis de Haas zich in zijn verzoekschrift
om toelating als chirurgijn onder meer op beriep:
De Requirant zegd dat de patient tot Heemstede onder zyne
kuren wel het meeste uijtmunt en dat hij den zeiven uijt
eenvoudicheid heeft bijder handgevat. Dit kunnen deken en
vinders zeer mackelijck geloven aangesien des requirants
eenvouwdigheid van vooren tot achter in de gantsche
gene sing is gebleken, 't was eenvoudigh te ondernemen een
door het kouwde vuur verstorve been terecht te brengen.
Was het levend waarom heeft zijn zoo beroemde medica
ment het niet in 't leven behouwde maar laten versterven: