perfectelijk was opgegeven: naar dien wij op dien teid veele
sieken te bezorgen hadden: edoch horende dat er zoo een
pretens mirakel was geschied stapten wij over alles heen en
zijn tot Heemstede aangekome alwaar wij de leider en des
zelvs van de natuur geschelde been gezien hebben.
Wat miracul is hier geschied. Zeker niets anders als wan
neer hier ofte daar eenige qualijk gestelde vogten haar ko
men te setten. Dat nu van de hacker ende andere luyden
buijten de keuren zulks roemrugtich verbreid word is hard
toe te geven. De vogten qualijk gesteld zijnde kunnen
het been zo doorknagen edoch en is zulks niet gezeid van des
backers doen of van de geweekte vlierbladeren noch van zijn
groene gratia dei de welke, wat verdund zijnde, van hem
gebruijkt word Mij is niet onbekend hoe verkeerdelijk
zommige menschen over de chirurgie komen te spreken en
veel zeids liever van quakzalvers willen behandeld zijn als
van ervarene chirurgijns
Ruysch' theorie voor het afsterven van bot was dus dat het
werd veroorzaakt door het 'doorknagen' van het been
weefsel door een 'kwalijke stof. Op basis van deze theorie
kwam hij tot de verklaring dat het afsterven en afvallen van
onderbeen en voet een natuurlijk proces was geweest; am
putatie was de enige oplossing voor een dergelijke patiënt
geweest om de periode van het lijden zoveel mogelijk te be
perken.
Ruysch' advies komt voort uit zijn begrip van het ziektepro
ces, dat in die tijd de grondslag vormde van de geneeskunde.
De qualijk gestelde vogten konden volgens dit begrip zowel
het bot als de spier vernietigen. Die opvatting berustte op de
zogenaamde humoraalpathologie, die tot in de negentiende
eeuw de geneeskunde heeft beheerst. Het proces was moei
lijk te beteugelen, zoals Ruysch als een waar Hippocratisch
arts zegt: Zulks is meer de werking van de natuur als van
medicamenten. De specificiteit van de weefsels was in die
tijd nog onbekend, maar Ruysch hechtte, evenals zijn vriend
Herman Boerhaave, grote waarde aan de structuur en het
verloop van de bloedvaten in de organen, als kenmerk van
de functie.7)
Ook van de Amsterdamse chirugijn Verduyn, die al in een
eerder stadium de patiënt gezien had, is een schriftelijk ver
slag overgeleverd van zijn bevindingen. Hij schreef aan
Wouter Schouten een uitgebreid verslag van alle pogingen
die maandenlang waren aangewend om de patiënt te bewe
gen tot het ondergaan van amputatie. Uiteindelijk had deze,
zoals gezegd, toegestemd en De Haas had Verduyn ge
vraagd deze amputatie uit te voeren. Doctor Vlackveld was