Portret van Frederik Ruysch. (collectie A.G. van der Steur, Haarlem) zo vriendelijk geweest om, alvorens Verduyn zou komen, te gaan zien hoe de toestand van het been was. Hij adviseerde Verduyn om zelf te komen, waarna Verduyn constateerde dat amputatie nog mogelijk was. Een dag of drie later kwam hem echter ter ore dat het been bij nacht in een droom was afgevallen. Dit had hij aan Ruysch verteld, met wie hij veel samenwerkte. Ruysch was nieuwsgierig geworden en had besloten de patiënt zelf te bezoeken. Daarop waren ze geza menlijk, met Ruysch' zoon, naar Heemstede gegaan en had den ze de patiënt geadviseerd 't aan de natuur te bevelen de welke de beenderen zoverre afgeworpen hebbende de rest mede wel zouwde afwerpen. Dit was het laatste contact met de patiënt geweest. Verduyn besluit zijn lange brief met te herhalen wat Ruysch had geschreven over de oorzaak van het afvallen van been en voet: Zulks is meer de werking van de natuur als van de medicamenten. Ten aanzien van De Haas betreurde hij het evenals Ruysch dat dese luyden vrij- 75

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 75