Van der Hart ontleend hebben, die het in Amsterdam bij het
Maagdenhuis (1784), de Franse Schouwburg (1785) en de
Hoogduitse Schouwburg (1790) toepaste, en vermoedelijk
ook bij - zijn auteurschap is onzeker - de buitenplaatsen
Gooilust te 's-Graveland (1778), Houdringe bij De Bilt
(1779) en Wildhoef bij Bloemendaal (1788).49)
Maar het kolossale zuilenfront had daar, zo goed als elders,
ontbroken. Dit was in de Republiek voor een landhuis vol
strekt nieuw, als we van het speciale geval van Paviljoen
Welgelegen 1786'89) met zijn twee verdiepingen van elk
vier direct voor de wand van de middenrisaliet geplaatste
sierlijke zuilenparen afzien. 50) De weinige andere eerdere
Nederlandse voorbeelden betroffen overheidsgebouwen of
liefdadigheidsinrichtingen: het Stadhuis van Groningen -
waarvoor Husly in 1774 de prijsvraag gewonnen had, ook al
liet de uitvoering nog twintig jaar, en feitelijk zelfs dertig, op
zich wachten 5I) - en het Rechthuis van Westzaan (1781—
'83) door Creutz,52) respectievelijk het poortgebouw van het
Teylershofje in Haarlem van Viervant (1785—'87)53) en het
St. Jacobsgasthuis in Schiedam van Giudici 1786—'89).54)
Met het laatste bouwwerk, en het Groningse project, bood
Eindenhout bovendien de vroegste voorbeelden van een
portico waarvan de zuilen op gelijke afstand van elkaar wa
ren geplaatst, waarmee, net als in de complete buitenbe
pleistering, 55) een belangrijke stap naar het neoclassicisme
van de negentiende eeuw was gezet. Creutz en Viervant had
den de hunne namelijk nog ouderwets gekoppeld, zoals hun
creaties ook anderszins nog met één been in de barok ston
den: die van Creutz vanwege de afgeronde hoeken van het
gebouwtje en de concaaf uitzwenkende steunberen van de
cupola, die van Viervant vanwege de combinatie van na
tuurstenen middenpartij en bakstenen zijvleugels, de ge
blokte hoeklisenen en de in spaarvelden gevatte festoenen
boven de vensters. De decoratielust van Viervant - ook als
stucwerker actief- uit het midden van de jaren tachtig, zoals
die ook al in zijn Ovale Zaal voor Teylers Fundatiehuis561 en
de door hem ter hand genomen modernisering van het loge
ment van Gecommitteerde Raden in Hoorn57) naar voren
kwam, was een rechtgeaard classicist tegen de eeuwwisse
ling beslist een gruwel. In dat opzicht was Duyvenés villa
ook zeker van alle gebouwen die in het jaar 1800 in Haarlem
overeind stonden het modernste. Als eerste neoclassicisti
sche buitenhuis met zuilenportiek stond Eindenhout in de
komende decennia voor vele soortgenoten model.
Lans heeft niet lang van zijn opzienbarende buitenhuis ge
bruik gemaakt. Toen hij, op een moment dat het politieke tij