voor de Patriotten begon te verlopen, naar Gelderland ver trok, heeft hij Eindenhout in 1802 voor 40.000 verkocht aan Jacob Temminck, een vurig Orangist die in 1795 naar Lausanne was uitgeweken, en nu, met de vrede in zicht, weer naar zijn vaderland was teruggekeerd. 58) Wat dat be treft, was de wisseling van bewoner van Eindenhout voor de veranderende politieke tijdgeest symbolisch. Het was deze Temminck, die spoedig daarop de beide be kende sfinxen voor de ingang heeft geplaatst, waaraan de villa haar bijnaam dankt. 59) De beide korte achtervleugels werden pas in 1886 in stijl door L.P. Zocher toegevoegd. Zij schijnen overigens oorspronkelijk wel gepland geweest te zijn,6o) en bleven bij de jongste restauratie van 1973 dan ook gehandhaafd. Over de beroepsmatige activiteiten van Duyvené in zijn zes laatste levensjaren is nog weinig bekend. De Bataafse Om wenteling zou hem, als vurig patriot, op zich de nodige kan sen voor architectonische profilering geboden moeten heb ben, maar de tijden waren te arm voor grootse bouwpro jecten. Zodoende moest hij zich, als lid van de commissie voor volksfeesten, vermoedelijk tevreden stellen met een bescheiden bijdrage aan de feestdecoraties, die ter ere van het Alliantiefeest met de Franse revolutionaire bondgenoot op 19 juni 1795, allerwegen in de stad opgericht werden. Samen met Le Normant en Van der Hart mocht hij de orga nisatie ervan voorbereiden, en samen met de kunstschilder Jurriaan Andriessen verzorgde hij toen de decoratie op de Noordermarkt die, Kunsten en Wetenschappen voorstel lend, op voorbeelden uit de 'Nouvelle iconologie' van J.C. Delafosse uit 1771 was gebaseerd.60 Het is daarbij ironisch, dat het voor Duyvené, wat kunsten en wetenschappen op kosten van de staat betrof, in de Bataafse periode bij een der gelijke weinig standvastige kartonnen versiering is gebleven en er voor hem als bouwmeester niet daadwerkelijk grote overheidsopdrachten in het vat zaten, welke de met dit kar ton beloofde bloei van kunsten en wetenschappen hadden moeten bewijzen. Zo bereikte de architectonische loopbaan van Duyvené met zijn beide Haarlemse villa's juist een hoogtepunt in de periode van de Zwartste Reactie, toen hij als patriot politiek geen kant meer uitkon, en liep zij op haar eind, toen de Bataafse Heilstaat was gerealiseerd. Noten 1. Literatuur: E. de Jong, 'Architectuur en landschap. Jacob Otten Husly (1738-1796) als theoreticus. Een verkenning' in: H. Krop en P. Sonderen (red.), Esthetica tussen Klassiek en 93

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 93