97
archief, kast 13-72 f. 92 (Register op de origineelen Authen-
tieque Stukken, van de laatste zes maanden des Jaars 1789).
39. Daarover: R. Meischke, 'De vernieuwing van Rhijnhof en de
architect Johan Samuel Creutz', Leids Jaarboekje, li (1959)
105-124. Thans aula van de begraafplaats van de N.H. ge
meente.
40. Daarover: J.A. Bierens de Haan, 'Het Huis Spaarne 17',
Haerlem Jaarboek, 1948 37-59; Van Swigchem, Abraham
van der Hart, 212-222; Dezelfde, 'Het Huis Hodshon te Haar
lem. Verband tussen vormgeving en functie bij een voornaam
woonhuis uit het einde van de 18de eeuw', in: J.P. Filedt Kok
e.a. (red.), Nederlandse kunstnijverheid en interieurkunst
Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, xxxt (1980)] (Haarlem
1981)439-455-
41. Over Eindenhout: J.M. Sterck-Proot, 'Huize Eindenhout. Het
'Huis met de beelden", Haerlem Jaarboek, 1934 34-491 P-
Jongens, 'Haarlems Monumentenzorg in 1977', Haerlem
Jaarboek, 1977 337-345; Dezelfde, J.B. Uittenhout en L.J.H.
Vroom (red.), 'Sterck en weldoortimmerdEen kwart eeuw
restaureren in Haarlem (Haarlem 1983) 88-91; H. van Steen-
Saijet en J.van Steen, Eindenhout. Huis met de beelden [Haar
lemse miniaturen deel 27] (Haarlem 1993) 17-19- Over Lans
aldaar 29-40. In de Top. Atlas van het Algemeen Rijksarchief,
Den Haag, bevinden zich vermoedelijk de oorspronkelijke
bouwtekeningen, nl. sub nr. cba 98B (opstand voorgevel), 99
(plattegrond gelijkvloers) en 99-2 (plattegrond verdieping)
(resp. standnummers a 100-50-1, 100-50-5 en 100-50-3).
42. Van Steen-Saijet en Van Steen, Eindenhout, 37.
43. Zie Gemeentearchief Amsterdam, Archief Doctrina et Amici-
tia, inv.nr. 217, p. 32 (ledenboek).
44. Zie Breen, 'De regeering', resp. 18, 30, 70, 72, 77 en 81. Zie
ook Van Steen-Saijet en Van Steen, Eindenhout, 39.
45. Van Steen-Saijet en Van Steen, Eindenhout, 40.
46. B.C. Sliggers en P. van Wijngaarden, De eerste steen gelegd
door Geschiedenis en inventarisatie van de Haarlemse eer
ste stenen [Serie Haarlemse miniaturen deel 5] (Haarlem
1984) 49.
47. Jongens, 'Haarlems monumentenzorg', 344, benadrukt dat bij
de restauratie van i973-'77 op grond van verfsporen uitdruk
kelijk vastgesteld kon worden dat dit de oorspronkelijke kleur
(en niet wit) was.
48. Vgl. Jongens, 'Haarlems monumentenzorg', 343; J. Dekker,
'De Hout door de stad omsingeld. De verstedelijking van het
gebied rond de Haarlemmerhout', in: Haarlemmerhout 400
jaar. 'mooier is de wereld nergens' (Haarlem 1984) 144.
49. Toeschrijvingen van de twee laatste op goede gronden bij Van
Swigchem, Abraham van der Hart, 296-297 resp. 297-298,
van Gooilust door R. Meischke, H.J. Zantkuyl, W. Raue en
P.T.E.E. Rosenberg, Huizen in Nederland. Amsterdam.
Architectuurhistorische verkenningen aan de hand van het