bezit van de vereniging Hendrick de Keyser (Zwolle 1995)
100.
50. Over Paviljoen Welgelegen is sedert enige jaren een rijk geïl
lustreerde monografie beschikbaar (Paviljoen Welgelegen
1789-1989. Van buitenplaats van de bankier Hope tot zetel
van de provincie Noord-Holland (Haarlem 1989); daarin is
voor de bouwkunst m.n. van belang: L.H.M. Quant, '200 jaar
Paviljoen Welgelegen. Een inleiding', 9-13; en J. Nederlof,
'Bouwgeschiedenis en architectuur', 41-52), met oudere lite
ratuur.
51. Voor de Groningse prijsvraag en haar nasleep: Meischke,
Achttiende-eeuws klassicisme, 218-243, 262-269; en A.T.
Schuitema Meijer, De raadhuizen van de stad Groningen
(Groningen 1962) 50-103.
52. Daarover: J. de Meijer, 'Het oude Rechthuis en de kerk te
Westzaan Buiten, xvm (1924) 56-58; S. de Jong en J. Schip
per, Gebouwd in de Zaanstreek (Zaandam 1987) 57-60; Von
der Dunk, 'Vier ingenieurs', 105-106.
53. Daarover: G.H. Kurtz, Haarlemse hofjes (Haarlem 1972)
147-151; J.R. ter Molen, 'De Teylers Stichting te Haarlem en
haar achttiende-eeuwse stichtingsgebouwen', in: 'Teyler'
1778-1978. Studies en bijdragen over Teylers Stichting naar
aanleiding van het tweede eeuwfeest (Haarlem 1978) 193-
204; en R.W. T[ieskens], 'Poortgebouw Teylershofje te Haar
lem', in: Dezelfde, D.P. Snoep en G.W.C. van Wezel (red.),
Het kleine bouwen. Vier eeuwen maquettes in Nederland, ten
toonstellingscatalogus, (Utrecht, Zutphen 1983) 98-100.
54. Daarover: R. Meischke, 'Het Sint Jacobsgasthuis te Schie
dam', Bulletin van de K.N.O.B., 6e serie xm (1960) kol. 21-
46; J.M.M. Jansen, Zevenhonderd jaar Sint Jacobs-Gasthuis
(Schiedam 1982) 15-19.
55. Voor het belang daarvan binnen de stijlontwikkeling op het
eind van de achttiende eeuw zie Meischke, 'Achttiende-eeuws
klassicisme', 248-252.
56. Daarover: P. Bouman en P. Broers, Teylers 'Boek en Konst-
zaal'De bouwgeschiedenis van het oudste museum van Ne
derland (Den Haag 1988).
57. Zie: Ter Molen, 'De Teylers Stichting', 131—132; Meischke
e.a., Huizen in Nederland, 93-94.
58. Jongens, 'Haarlems monumentenzorg' 339; Sterck-Proot,
'Huize Eindenhout', 44; Van Steen-Saijet en Van Steen, Ein-
denhout, 47-48.
59. Dekker, 'De Hout door de stad omsingeld', 144.
60. Aldus tenminste P.J. Lutgers, Gezigten in de omstreken van
Haarlem (1838). Zie Sterck-Proot, 'Huize Eindenhout', 46.
61. GrijzenhoutFeesten, 141 en 145.