'Zoude het niet mogelijk zijn de bestaande woningen, welke wat hunne
hechtheid betreft, bijna allen nog in vrij goeden staat verkeeren, met
betrekkelijk weinig kosten op te knappen en in goed bewoonbaren
staat te brengen. Op die wijze konden de ééngezinswoonhuizen
bewaard blijven en voorkomen worden dat een woningtype wordt
ingevoerd, welk op den duur toch niet bevordelijk kan zijn aan de
belangen van de volksgezondheid'.30)
Waarmee de inspecteur een geheel nieuwe discussie opende. De Maat
schappij reageerde daarop met een brief aan het college van b&w van 14
mei 1910:
'Wy behoeven het u niet te zeggen dat, al moge men in algemeenen zin
aan ééngezinshuizen de voorkeur geven, het vervangen van krotten
door dergelyke huizen geldelyk niet uitvoerbaar is, en het bouwen
Dezelfde straat in 1911. Het effect van de werkzaamheden van de Maatschappij
is duidelijk. Met name aan het huis aan het eind van de straat is te zien dat de
weg behoorlijk verbreed is. Rechts aan het eind is de nieuw aangelegde Janssen
van Raaystraat te zien. (Archiefdienst voor Kennemerland, Kennemer Atlas)
P.M. KERNKAMP