Met deze bepaling opende het reglement van de Kern bij de werf Conrad.
Deze Kern was op 14 oktober 1893 opgericht.6) De tekst van het reglement
week nauwelijks af van dat bij Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek in Delft
uit 1878 en bij C.F. Stork in Hengelo uit 1883. Dat laatste is ook niet zo ver
wonderlijk omdat Goedkoop min of meer een zetbaas was van Stork.
Het instellen van een Kern paste bij een modern dynamische onderne
mer als Goedkoop. De werknemers werd een uitlaatklep geboden, waar
door de ondernemer in staat was in te spelen op klachten en wensen onder
het personeel. Het instellen van een Kern, het vaststellen van een fabrieks-
reglement, het ondersteunen van een personeelsvereniging, het uitgeven
van een fabriekskrant en het invoeren van tariefloon paste in de traditie die
al gauw bekendheid kreeg onder de naam 'scientific management', ook wel
'Taylorisme' genoemd. C.F. Stork was op dit punt een voorloper. Goed
koop volgde hem daarin. Hij wilde van zijn bedrijf een 'model-inrichting'
maken, die dreef op een grote betrokkenheid onder het personeel.
In de Kern bij Conrad zaten de chefs van de hoofdafdelingen, terwijl de
afdelingen vertegenwoordigd waren door gekozen vertegenwoordigers van
de werklieden. De directeur was de voorzitter en wees de secretaris aan.
Een bewerking van de notulen van de Kern uit het eerste jaar (1893-1894)
geeft een aardig beeld van de onderwerpen die aan de orde kwamen.
'De kern begon goed: Heftige discussies over de begrafenisverzekering
van 500,- (premie plm. 8,- per jaar). Dat konden ze niet betalen,
waar moest dat nu vanaf? Het heeft meer dan een jaar geduurd,
voordat het geregeld was: "Hij, die meer dan 19 cent per uur verdient,
moet het zelf betalen, bij lagere verdienste past de fabriek bij."
In de Kern werd ook gestemd over de uitkering van ziekengeld in
twijfelachtige gevallen, waarbij o.m. bleek, dat v.M. zich niet aan de
voorschriften had gehouden, omdat hij lezen noch schrijven kon. Er
werd gesproken over het slechte gereedschap, over diefstal van gereed
schap, over de privaten, die "onzedelijk en onzindelijk" zouden zijn (10
maart 1894). Dit laatste blijkt snel te zijn verbeterd, want in de vergade
ring van 22 september 1894 wordt de verbetering dankbaar geconsta
teerd, echter met uitzondering van kernlid K.: hij "was teleurgesteld,
dat de urinoirs zoo hoog van de grond waren, waardoor hij niet bij
machte was, erbij te kunnen".
In dat jaar werden de Tunismolens, teneinde het personeel aan het
werk te houden, met verlies aangenomen. Ook dit werd uitvoerig in de
Kern besproken, evenals het dragen van veiligheidsbrillen (van gaas),
er werd centraal voedsel ingekocht, erwten en bonen. In 1894 werd in
de vuurwerkerij om een elektrische lamp gevraagd, maar dat kon niet,
daarvoor was de capaciteit te gering!!'7)
Haerlem Jaarboek 1996