De bond en het Plaatselijk Arbeidssecretariaat (pas) tekenden protest
aan tegen dit ontslag. Onder die druk werd het Elferink toegestaan zich te
verdedigen tegenover de Kern van de werf Conrad. Op 9 december 1902
kreeg hij de gelegenheid. Elferink maakte echter geen schijn van kans. Met
21 stemmen voor en 2 tegen werd zijn ontslag bevestigd. Elferink:
'Als ik ooit in mijn leven gebroken ben geweest, dan is dit op dien
avond toen ik naar een der kernleden ging en den uitslag had verno
men. Ik had alle hoop, dat de werklieden mijn ontslag niet zouden
-118- goedkeuren; van de heeren en de bazen verwachtte ik niet anders'.
Het aangekondigde ontslag van 60 werklieden drie dagen eerder zal veel
mensen hebben doen inbinden. De tijd was niet gunstig om een actie tegen
het ontslag van Elferink te organiseren.
Toch werd er een protestvergadering belegd in het gebouw St. Bavo.
Deze vergadering was druk bezocht. De gebroeders De Braai (beiden lid
van de Kern) kregen het zwaar te verduren. Van hen had Elferink steun
verwacht. Elferink was met name teleurgesteld in de houding van M. de
Braai, de latere voorzitter van de christelijke metaalbewerkersbond.
In dienst van de bond
Na zijn ontslag bij de werf Conrad besteedde Elferink al zijn tijd aan het
voorzitterschap van de anmb. 12> Hij kreeg daarvoor een vergoeding. For
meel was hij niet in dienst van de bond. Op het congres van december 1902
had de bond besloten een bezoldigd secretaris in dienst te nemen. Elferink
solliciteerde en werd in mei 1903, na een ledenraadpleging, benoemd.
Elferink werd daarmee de eerste betaalde bestuurder van de Metaalbewer
kersbond. Zijn woning aan de Saenredamstraat werd het bondskantoor,
het eerste bondskantoor van de anmb.
Elferink aanvaardde zijn functie in een roerige tijd. Het was kort na de
spoorwegstaking in april 1903. In Haarlem was in april 1903 gestaakt bij de
firma Beijnes, 'de gehele vuurwerkerij', en de Haarlemse Machinefabriek
(250 man). Ook de werkplaats van de H.IJ.S.M., gelegen tussen de Amster
damse Vaart en de Oostersingel, ging plat doordat 1100 van de 1400 man het
werk neerlegden. Bij de werf Conrad viel geen stakingsactiviteit te bespeu
ren.
De staking van april 1903, een politieke staking tegen de 'worgwetten'
van het kabinet Kuyper, deed de discussie in de bond oplaaien over de inzet
van het stakingsmiddel (wel of geen politieke staking) en de organisatie
vorm van de bond. Elferink slaagde erin de bond behendig door moeilijke
Haerlem Jaarboek 1996