ook aardappelen. En een keer een zak Brussels lof, de hele straat heeft
ervan gegeten'.
Van Groningen:
'Ik kon door de spoorwegstaking niet meer naar mijn werk in Amster
dam en toen ging ik elke morgen eerst naar Mariënbosch en later -
toen Mariënbosch onveilig was geworden - naar de bollenschuur van
Tholen, bij het station Heemstede, om de stencils af te draaien. Een
heel werk. Als je duizend krantjes maakte, moest je tweeduizend keer -131-
een slag maken met de zwengel.'
Van der Heyden vertelt dat de dagelijkse krantjes van twee pagina's op
blocnoteformaat oplagen van zo'n 6500 tot 7000 haalden. Dat betekende
14.000 keer draaien. De zaterdagnummers waren van dubbele omvang, vier
pagina's en dat hield in dat er zo'n 30.000 keer gedraaid moest worden. Met
alle extra narigheid van scheurende stencils.
Mevrouw Lenie Martinot tikte ook stencils. En wel in een bloederige
bontwerkerij in de Haarlemse Jacobijnestraat, nummer 20 rood, bij (Ome)
Piet van der Have. In de naoorlogse Patriot van 9 juni 1945 wordt dank uit
gesproken:
'voor Oom Piet en Oom Joop [Van der Have en Van Dam] die in hun
bontwerkerij de drukkerij van De Patriot zo goed verborgen hebben
gehouden dat een buitenstaander zelfs nu nog de juiste plaats niet zou
kunnen vinden. Mede namens de bijna 6000 illegale lezers onze dank.'
Dit relaas spoort niet helemaal met dat van mevrouw Lenie Martinot. Zij
bracht, zo vertelde ze en dat verhaal klopt met wat anderen zich herinne
ren, de stencils op een fiets met houten banden naar Heemstede, naar de
zolder van de bollenschuur van Tholen, waarheen de stencilapparatuur om
veiligheidsredenen uit een pand aan de Vondellaan in Aerdenhout was ver
huisd. Ze draaide daar mee aan de machine en kreeg daarna haar deel in de
oplaag mee terug naar Haarlem voor verdere verspreiding.
Ook Lydia v.d. Kort deed haar dagelijkse duizenden stencildraaiingen
en fietste daarna naar Ben den Beider. Toen ze op een morgen, drie dagen
voor de bevrijding, daar het erf op wilde rijden, stond ze oog in oog met een
Feldgendarm, Duitse militaire politie. Weg, weg, gebaarde die gebiedend.
Binnen was een huiszoeking aan de gang. Lydia voerde het bevel schielijk
en dankbaar uit. Den Beider: 'Er was verraad gepleegd, ze zochten naar
KP'ers.' Volgens instructie bracht Lydia haar stapel krantjes naar een
KEES SIPKES