overtuigd was dat er niet meer in zat en dat het uiteindelijke doel - behoud
van de karakteristiek en geen vervangende nieuwbouw - alleen zo bereikt
kon worden.
Bij de opname van het casco bleek dat het gevelbeeld nog redelijk goed
intact was (één van de redenen waarom dit complex op de gemeentelijk
monumentenlijst is geplaatst). Zoals al gezegd werden bij een onderhouds
beurt in de jaren zestig en zeventig alle ramen vervangen. Aan de achter
zijde van de woningen werd toen minder rigoureus ingegrepen. In de
keukenuitbouwen bleef nog hier en daar de oorspronkelijke roeden-
verdeling in de vensters bewaard. Het houtwerk was voor een groot deel
aangetast en het metselwerk moest op vele plaatsen worden ingeboet. Het
voegwerk, zeker van de zuid/west-gevels, was slecht en in het verleden op
vele plaatsen met een verkeerde voegspecie (te hard, een verkeerde samen
stelling, kleur en uitvoering) behandeld met schadelijke gevolgen. Nader
onderzoek toonde aan dat in de oorspronkelijke afwerking onderling ver
schillend voegwerk was aangebracht, met name in de plint en de vlakken
boven de ingangen. Dat is zo ook weer teruggebracht. De gevelafdek-
pannen waren totaal versleten al leek dat vanaf de straat soms niet zo. Maar
bij het oppakken bleken de aansluitingen vergaan en waren allerlei scheur
tjes aanwezig. De bitumineuze dakbedekking was voor het laatst in de jaren
zestig vervangen. Dat zegt genoeg over de kwaliteit. Van de schoorstenen
waren enkele vervangen maar de overige stamden nog uit de tijd van de
bouw. Daar viel inmiddels het nodige aan te doen. De betonnen luifels
waren goed gemaakt van enig betonrot was geen sprake. De tuintjes aan de
straatzijde vormen een wezenlijk onderdeel van het totale gevelbeeld. Aan
de achtergevels was in de loop der jaren wel het een en ander gewijzigd: Zo
waren de oorspronkelijke openslaande deuren in de gevel op vele plaatsen
al vervangen door aluminium schuifpuien. De keukenuitbouwen waren al
lemaal nog wel aanwezig, zij het dat veel bewoners deze in de loop der ja
ren inwendig grondig hebben gewijzigd. De aangrenzende schuren, die
overigens buiten het herstel vielen, zijn in veel gevallen verbouwd tot
douchecel of iets dergelijks.
De restauratie had, zoals al gezegd, voornamelijk betrekking op het
exterieur. Daarbij moest een keuze worden gemaakt over het toe te passen
venstertype en de vensterindeling. Voor de begane grond werd gekozen
voor een type dat bij sommige woningen nog grotendeels werd aangetrof
fen en overeenkwam met het oorspronkelijke ontwerp. Wel werden aan
passingen ten aanzien van het huidige wooncomfort doorgevoerd. Op de
verdieping zijn de bestaande indelingen gehandhaafd, met dat verschil dat
het van oorsprong vaste raam boven de ingang ook draaibaar gemaakt is
voor de broodnodige ventilatie. Om het oorspronkelijke gevelbeeld vast te
Haerlem Jaarboek 1996