terrein, dat niet in de verkoop van 1609 begrepen was. Hij bezat daar duide
lijk nog meer bezittingen. De verkoper hield het recht om aan de Dam
straatzijde de poort af te sluiten met een deurkozijn dat verankerd zou zijn
in de nieuw te maken voorgevel. Daartegenover ontving de koper het recht
om de poortdoorgang over de lengte van het te bouwen huis te mogen over-
bouwen. Een situatie die nog steeds aanwezig is. De poort zelf zou de ge
schiedenis ingaan als de Passerpoort of de Brandenburgerpoort. Beide be
namingen zijn verklaarbaar. Het is bekend dat aan de Bakenessergracht
een bierbrouwerij met de benaming 'De Passer en De Valk' heeft gestaan.
-160- Een verbinding via de binnenterreinen met de Damstraat verklaart de
naam van de poort. De andere naam kan verklaard worden uit de aanwe
zigheid van de gevelsteen in de voorgevel van het huis naast de poort. 'Dit
is in den Hertog van Brandenborch', is daar te lezen. Nu is het vervelende
dat het archiefonderzoek uitgerekend op dat punt stagneert en de relatie
poort, bierbrouwerij en ene hertog van Brandenburg op dit moment niet is
aan te tonen. De aanwezigheid van de bierbrouwerij is een feit, evenals een
bezoek van hertog Joachim Ernst 'Marcgrave tot Brandenburgh' in 1602
aan Haarlem. Maar wat beide gegevens nu precies met de naamgeving van
de poort naast huis nr. 23 van doen hebben kan vooralsnog niet opgehel
derd worden. Om nog maar te zwijgen van de aanwezigheid van een gevel
steen in datzelfde huis van acht jaar na het bewuste bezoek. Allemaal
vraagtekens dus, maar we zetten het onderzoek voort en komen hopelijk
volgend jaar met de oplossing.
In het kader van dit jaarverslag pakken we de draad weer op in 1766. Het
huis gaat dan in andere handen over. Over de gevelsteen wordt met geen
woord gerept. Wel is sprake van de, nog steeds aanwezige, Passer- of Bran
denburgerpoort. Het huis moet kort daarvoor weer in goede staat zijn ge
bracht want in de veilconditie van het jaar van verkoop wordt het huis aan
geprezen als groot, schoon, sterk en weldoortimmerd. Opmerkelijk is dat
de straataanduiding regelmatig wisselt. Wat nu bekend staat als de Dam
straat, komt in de transportakten voor als 'op het Spaarne', 'aan het eijnde
van de Damstraat' en 'opt hooft bij de Craen'. In 1792 gaat het huis opnieuw
van de hand en komt het in eigendom van Johannes Lodewich Orthlieb.
Hij is goud- en zilversmid van beroep en woont er met zijn gezin. Zijn erf
genamen verkopen het uiteindelijk in 1863 aan de directeuren van de
Teylers Stichting het huis. Nog altijd is het huis in die handen.
Van het huis nr. 23A is de geschiedenis doorlopend in het archief te vol
gen. Jan Maertszoon verkocht in 1609 aan Cornelis Thaems Geldsack:
'een erve gelegen opt Hooft bij de craen, breet voor aen straet omtrent
vijfthien d'alve voeten ende achter omtrent veeerthien voeten, lanck
Haerlem Jaarboek 1996