drijf. Dat engagement kreeg richting en vorm op
de toen gerenommeerde kaderschool van het
nvv. Uit het 'echte handwerk' ontwikkelde hij
zich tot arbeidsanalist bij de ns. De overtuigde
vakbondsman Van de Water was uiteraard een
warm voorstander van een op te richten onder
nemingsraad en daarin kreeg hij in 1967 zijn
plaats.
Het lidmaatschap in de ondernemingsraad
werd de aanloop tot een vakbondscarrière die
aanvankelijk parallel liep aan zijn politieke loop
baan: in 1970 werd hij gekozen tot secretaris van
de ondernemingsraad van het gehele Ns-bedrijf, een functie die hij tot 1974
vervulde. Hoe zeer zijn inzet in Ns-kringen werd gewaardeerd bleek enkele
jaren later toen hij werd benoemd tot werknemerscommissaris van de ns.
Hij bleef dat tot 1994, met hart en ziel. Want de vakbondsman Van de Wa
ter was ook een overtuigd supporter van het openbaar vervoer, een auto
rijbewijs heeft hij nooit nagestreefd. Als fiets, bus of trein niet toereikend
waren voor zijn vervoersbehoefte chauffeerde doorgaans zijn vrouw Mieke
hem naar de plaats van bestemming. Want de bescheiden Tinus beperkte
ook als wethouder een beroep op gemeentelijke chauffeurs.
Van de Water was al vroeg politiek actief, onder meer als voorzitter van
één van de plaatselijke afdelingen van de Partij van de Arbeid: Haarlem
Oost. Tot zijn eigen verbazing werd hij in 1962 door de PvdA gevraagd lid te
worden van de gemeenteraad. De eerste jaren richtte hij zich vooral op
personeelszaken en openbare werken. Zijn gezag in de raad steeg snel. Zijn
sterk praktische en kritische inslag wist hij altijd te verbinden met zijn prin
cipiële uitgangspunten. Daarbij leidde zijn natuurlijke bescheidenheid tot
brede waardering voor zijn persoon. Hij huldigde wel uitgesproken stand
punten, die binnenskamers soms hard aankwamen, maar naar buiten door
zijn milde overtuigingskracht, zijn mensenkennis, ook zijn gevoel voor hu
mor, opvallend makkelijk werden aanvaard.
Ook in de woelige wereld van de in de jaren 70 opkomende wijkraden
werd naar hem geluisterd. En Tinus luisterde zelf ook goed. Dat leidde er
toe dat hij dé geestelijke vader van het Initiatiefvoorstel Wijkvernieuwing.
Zijn fractie diende dit voorstel in oktober 1970 bij de gemeenteraad in. Ook
nu nog geldt dat dit voorstel hét keerpunt werd in het tot dan geldende be
leid van 'kaalslag met nieuwbouw' naar een stadsvernieuwing die herken
baar en betaalbaar bleef voor de huidige bewoners. Bij de betrokkenen le
ven nog herinneringen aan een informele bijeenkomst in het bureau van
architect Nico Andriessen van de AAS-groep (afkorting van Alternatieve
Haerlem Jaarboek 1996